met en zonder hen, en gaf eindelijk blijk van zoodanige zielsgesteldheid, als het beste ten aanzien van zijn toekomstig lot mag doen hopen.
Dit alles, in eenen eenigzins wijdloopigen en gemeenzamen, maar toch geenszins verwerpelijken stijl geschreven, en op velerlei wijze ingedeeld, leidt den Schrijver tot stichtelijke aanmerkingen en bedenkingen, met welke het geheel besloten wordt.
De toon, hier heerschende, is zeer regtzinnig Hervormd en gemoedelijk. Doch dit ontneemt aan het toepasselijk deel, voor geenen onbevooroordeelden lezer, de waarachtige stichting, in hetzelve opgesloten.
Als volksboekje, ter opwekking en bevestiging in goede gedachten, voornemens en beginselen, verdient het lof en aanprijzing, en zal die in de Hervormde kerk gewisselijk vinden.