moge doorgaans even scherp en prikkelende als vlug en behagelijk zijn, het is niet min een zachtmoedig beest. Godsdienstige en staatkundige verdraagzaamheid, althans zucht om de menschen hoe langs zoo meer bijeen te brengen, en in het algemeen goede, wij zeggen goede meening, stralen overal ten duidelijkste door. De Schrijvers zijn even zoo min, wat men voortijds Prinsgezinden, als wat men Patriotten noemde. Onderzoekt alle dingen, en behoudt het goede, had even zeer hunne spreuk kunnen zijn, als de thans gekozene hunne goede verwachting van de nieuwe orde der zaken doet kennen. Aldus aan ons oud Israël predikende, laten zij tevens een' blijden en belangrijken blik op het Brabandsch Samaria vallen; en niemand zal zich beklagen, hen derwaarts gevolgd te hebben: een' blijden blik, zeiden wij, want zij beschouwen de vereeniging als wenschelijk; een' belangrijken, want zij doen er ons de openlijk uitgesproken opinie aldaar, benevens den geheelen geest, enz. ten minste eenigzins kennen. Aangaande eindelijk de Heidenen, of de Volken van het Zuiden, en de enkele punten des algemeenen heils, Jesuiten, Vrijmetselaars, Inquisitie; het stuk over carnot is keurig, de anderen lezens- en behartigens-waardig. - Of dit alles, wat wij tot hiertoe van de stof zeiden, den naam van beoordeeling verdient? of we ten minste niet het een of ander stuk eens behoorden onder handen te nemen?.... Ja, lieve Lezer, wat zullen wij u zeggen? De menschen redeneren wél. Zij weten, over al de voorkomende zaken, regt aardige dingen te zeggen. Alles even klaar is het ons evenwel niet. 's Werelds loop is zulk een wonderlijk ding. De laatstverloopen jaren hebben ons denzelven op zulke geheel ongehoorde en onverwachte kronkelsporen vertoond, en doen het nog al gedurig. De mensch, de massa der menschen, de zedelijke en politieke wereld is zulk eene radde,
onhoudbare, raadselachtige en bedriegelijke stof..... Men vergeve het ons, maar, schoon wij het nog wel eens mogen hooren, en kundige lieden van ganscher harte willen aanmoedigen, om ons nu en dan uit den schat van hunne ondervinding en nadenken wat mede te deelen, voor onszelven zijn wij zoo angstig geworden voor allen zweem van tinnegieterij, dat..... Het is om deze reden dan ook, dat wij met genoegen zien, dat een vrolijke, luchtige toon in onze nieuwe staatkundige bladen heerscht, en wenschen daarvan continuatie; want zagen wij