Apologie des Francais, faite par un Hollandais. A Leide, chez la Veuve M. Cijfveer, Fils de Jean. 1814. 8vo. 24 pag. f :-8-:
Eene in zeer goed Fransch geschrevene, dichterlijke Satire, volgens den titel door een' Hollander, maar die blijkbaar gewoon is in 't Fransch te denken. Zij is in den vorm eener zamenspraak tusschen den Apologist der Franschen en eenigen zijner landgenooten, die zich het meest over hen te beklagen hebben; als, een' ouderwetschen Hollander, een' Predikant, een' bedrogen Echtgenoot, een' Regtsgeleerde; vervolgens eenige ongenoemden, die zich beklagen over de Fransche Préposés, Contrôleurs enz., tot Voleurs incluis; over hunne kelderrotten, de Conscriptie, het verhoogde zegelregt, de reductie der interessen, den stilstand van den handel, de achterstelling van onze taal, waarbij de gewezene Leidsche Professeur (si dîs placet) mielle, onder den schoonen titel van Clopin-Clopant, niet vergeten wordt, en zijn lof met den volgenden hartigen regel besloten:
Un seul Clopin-Clopant massacre vingt Racines.
Nu echter wordt het den verdediger te heet; de schaar van aanvallers wordt zoo groot, dat hij best keurt de palinodie te zingen, en de Franschjes te raden, liever par l'esprit et les grâces de Heeren der Wereld te worden; van welke heerschappij wij echter, wat ons land betreft, nederig verzoeken verschoond te blijven; wij kennen die liens d'amour van de bevallige, verleidelijke en ligtzinnige broêrtjes, en wij zijn bang, dat ons die apenliefde, aan wier omhelzingen wij thans ter naauwer nood ontsnapt zijn, voor de tweede keer geheel zou smoren. Voorts voelt men, dat de Schrijver voornamelijk onze bevallige Heeren en Meesters turlupineert, en dus met hunne eigene munt betaalt; maar onze goede landgenooten krijgen toch ook menige coup de patte, vooral de Dominé, de hoorndrager, de Advocaat, en de koopman. Geen tak der Fransche knevelaars-industrie wordt zoo bitter, zoo vinnig doorgestreken, (zoo wel in den tekst als in de bijgevoegde noten) als de kelder-visitatie, (zelfs de Conscriptie komt er beter af) hetgeen ons bijna zou doen denken, dat de