mine, aanduidt, en door den Heiland met dit oogmerk gebezigd is; doch houden de genoemde vertaling niettemin ongepast. De vernederde Messias, zoon Gods, liet zich nog hooren, wanneer men slechts kon aannemen, dat de toehoorders van Jezus reeds begrip van eene vroegere heerlijkheid hadden gehad. Doch nu schijnt het deelwoord allen verstandigen zin weg te nemen.
Bl. 56. Het was de Heilige lodewijk niet, de XIVde was het, die het Edict van Nantes herriep.
Bl. 67. Perl is Duitsch; paarl, of parel, Hollandsch. Of, daarenboven, deze gelijkenis de Joden, die van den schat de Heidenen zou betreffen, mag betwijfeld worden; ja strijdt welligt de aangewezen grond met den erkenden regel, dat men de gelijkenissen niet te uitvoerig behoort toe te passen.
Bl. 95. Wou, lees wilde. De gegeven verklaring dezer gelijkenis van de arbeiders in den wijngaard is de onze niet. Het tertium comparationis schijnt ons nogmaals bepaald noch eenvoudig genoeg aangewezen te zijn. Zulks is alleen de wangunst der eerste arbeiders; hetzij men dezen als beeld der Joden, in tegenstelling der Heidenen, of liever der ingebeeld onberispelijken bij dezulken beschouwe, die daarna op bekeering vergiffenis verkrijgen.
Bl. 119. In deze uitvoerige behandeling van de koninklijke bruiloft trof en behaagde ons de gedachte niet kwalijk, dat eigenlijk aan een krooningsfeest van den jongen vorst, nu aan het rijk verbonden, mag gedacht worden; schoon misschien het overbrengen dezer omstandigheid op Christus toch wederom niet is bedoeld.
Bl. 146. De gelijkenis van de talenten ziet op gelegenheid, werkkring, verpligting, niet regtstreeks op hetgene wij talenten noemen. Dit in het oog houdende, winnen wij ook nog de belangrijke leering, dat God mag geacht worden de laatsten naar de eersten te rigten.