Almanak der Musen en Gratiën, aan Vriendschap, Liefde en Kunst gewijd. 1815. Te Amsterdam, bij E. Maaskamp f 1-5-:
Almanak tot Nut en Vergenoeging voor de onderscheidene Standen des Maatschappelijken Levens, voor 1815. Door J.A. Uilkens, Lid van onderscheidene Genootschappen en Maatschappijen. Te Groningen, bij J. Oomkens. f :-5-8
No. 1. Dezelfde netheid van uitvoering, bevalligheid van inhoud, en keurige teekening, als de vorigen kenmerkten, onderscheiden dit Jaarboekje, hetwelk bijzonder voor het schoon Geslacht schijnt ingerigt. Alleenlijk wenschten wij eenige meerdere verscheidenheid in de poëzij, en wat meer leven in den stijl van het proza. In de eerste herkennen wij den kieschen en gevoeligen Zanger, die zijne Lier bij uitnemendheid heeft geheiligd aan Echteliefde en Oudervreugde en Huisselijk Geluk, welke hijzelf bij ondervinding kent, en zoo gaarne rondom zich wilde verspreiden. - Het stukje in den trant van Vader cats heeft ons bijzonder bevallen, omdat niet slechts zijne manier, maar ook zijn geest, in hetzelve zoo eigenaardig is gevat.
No. 2. Een Almanak, door den waardigen en bekwamen uilkens ons geschonken, behoeft onze aanbeveling niet. Dezelve schijnt voornamelijk voor den beschaafderen Landman vervaardigd, en behelst, behalve den gewonen tijdwijzer en eene leerzame aanwijzing van hetgene er maandelijks in hof en tuin valt te verrigten, eene soort van Leerrede over eenen tekst van Vader cats, eene Redevoering over de Dampkringslucht door Prof. stratingh, eenige Schei-, Natuur- en Geneeskundige mededeelingen, alsmede eenige ware Anecdoten. Wij wenschen dit nuttig Jaarboekje in vele, maar vooral in de regte handen, en deelen de volgende Anecdote mede, ofschoon dezelve in dezen Almanak eigenlijk minder thuis behoort:
‘Men stelde den befaamden horrelvoetigen talleyrand aan lodewijk XVI voor, als Minister van Finantiën; de Koning antwoordde: Non! talleyrand n'ira jamais droit!’