Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1814
(1814)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijIets over de vaccine en kinderpokken. Door R. Landskroon, Stads Med. Doct. te PurmerendGa naar voetnoot(*).Daar, in de laatstverloopene maanden, de kinderziekte in onze stad, en derzelver omtrek, een aanzienlijk getal | |
[pagina 590]
| |
kinderen, en ook eenige volwassenen, heeft aangetast, waarbij het gerucht zich verspreid heeft, dat kinderen, voorheen met het beste gevolg gevaccineerd, ook daarin gedeeld hebben; terwijl mij tevens gevallen zijn voorgekomen, dat menschen, anders de koepokinenting toegedaan, door dit verspreid gerucht zwarigheid maakten hunne kinderen te doen vaccineren, en de ondervinding leert, dat dergelijke verhalen, hoezeer ook van waarheid ontbloot, niet zelden de schadelijkste gevolgen hebben; zoo kan ik niet voorbij, aan de daarin belangstellenden (waaronder eenigen mijner kunstgenooten, die zich tot informatie bij mij hebben vervoegd) te verzekeren, dat ik geen één voorwerp heb aangetroffen, hetwelk, gedurende mijn negenjarig verblijf alhier, door mij is gevaccineerd geworden, dat in deze kinderziekte heeft gedeeld; en dat kinderen, aan die ziekte lijdende, bezocht zijn door anderen, die vóór eenige jaren zijn gevaccineerd, zonder dat zij door dezelve zijn aangedaan. | |
[pagina 591]
| |
Waarschijnlijk is dit van waarheid ontbloot verhaal zijn oorsprong verschuldigd aan hetgene alhier veelvuldig heeft plaats gehad, dat een aantal kinderen door de waterpokken (varicella) zijn aangedaan, waarin ook de voorheen gevaccineerden hebben gedeeld, en die ten onregte door sommigen voor ware pokken zijn aangezien, waarbij ik verscheidene reizen tegenwoordig geweest ben. Ook zijn mij een paar gevallen voorgekomen, alwaar kinderen, voorheen gevaccineerd, door de kinderpokken waren aangetast; maar waarbij men twijfelachtig geweest was, of het vaccineren wel naar behooren was geslaagd. Op verzoek van den Wel Eerw. Heer honig, vaccineerde ik drie van zijne kinderen, welke reeds eenige jaren te voren door andere Geneeskundigen waren gevaccineerd geweest; zijn Eerw. meende aan één dezer kinderen de gewone kenmerken niet gezien te hebben; bij hetzelve kwamen nu de koepokken met de gewone kenmerken geregeld op, en leverden de beste stof, waarmede ik andere kinderen, met een goed gevolg, vaccineerde; terwijl bij de andere kinderen de inentingswondjes met den vierden dag verdwenen waren. Het is waarschijnlijk, dat dit eerste kind door de kinderziekte vroeg of laat zou zijn aangetast geworden, wanneer de inenting niethervat was; en hoe dikwerf zal dit niet wel het geval zijn, dat kinderen, hoe zeer gevaccineerd, maar bij welke de stof niet behoorlijk gewerkt heeft, naderhand door die ziekte werden aangedaan? Hoe dikwerf wordt niet de inenting tweeen meermalen herhaald zonder gewenscht gevolg, waarbij men ons niet vergunt dit te hervatten, uit hoofde dat sommige ouders in het denkbeeld verkeeren, dat zoodanige kinderen geene vatbaarheid voor pokken hebben: daar nu naderhand dezelve veelal door de kinderziekte worden aangedaan, verzekert men soms, het zijn gevaccineerde kinderen; en anderen, dit hoorende, worden daardoor versterkt in het vooroordeel tegen de Vaccine. |
|