Eene wond in zijne dije hebbende, gebruikte hij eenen Mr. pigeon, die schuins tegen hem over, White-lionstreet, Pentonville, woonde, om dezelve te genezen. ‘Hoe lang, denkt gij, zal het duren, eer gij het genezen kunt?’ - ‘Eene maand.’ - ‘En hoe veel moet ik u geven?’ - Pigeon, die zag dat de wond van geen groot belang was, antwoordde: ‘Een guinje.’ - ‘Zeer wel,’ hernam cooke; ‘maar let hierop - een guinje is eene verbazende somme gelds, en als ik sommen van dat aanbelang toesta, dan volg ik het stelsel van goed of geen geld; derhalve, zoo ik met het einde van de maand niet genezen ben, betaal ik u niets.’ Dit werd toegestaan: na vlijtig bezoek gedurende verscheiden dagen, was de wond zoo na geheeld, dat cooke zich te vreden verklaarde, en ze aan pigeon geheel niet meer wilde laten zien. Doch, twee of drie dagen voor de maand ten einde liep, haalde de oude snaak eene soort van pleister met euphorbium bij een' paardendokter, en maakte eene nieuwe wond op de plaats, waar de vorige geweest was; en, om pigeon zendende op den laatsten dag van de maand, toonde hij hem, dat zijn been niet genezen was, en dat bij gevolg de guinje, volgens accoord, verbeurd was. - Dit voorval was de oude guit gewoon van zichzelven, met groot genoegen, te vertellen, en noemde het ‘een Pigeon (eene duif) plukken.’
Op zijn doodbed zond hij om verscheiden lieden van de Faculteit; (sommigen wilden niet bij hem komen:) onder degenen, die kwamen, was een Mr. aldridge, van Pentonville. Dezen vergunde hij eenige medicijnen te zenden. Bij een van hunne gesprekken drong hij Mr. aldridge zeer ernstig, hem openhartiglijk te zeggen, hoe lang hij dacht dat hij nog zou leven. Het antwoord was, hij mogt het waarschijnlijk nog een zes dagen uithouden. Cooke, alle zijne kracht verzamelende, en in het bed overeind rijzende, schreeuwde: ‘Zijt gij niet een slecht mensch? - een fielt, een dief, om mij zoo te bedienen!’ - ‘Hoe?’ vroeg Mr. aldridge met verbazing. - ‘Wel, gij zijt niet beter dan een zakkeroller; om heen te gaan en berooven mij van mijn geld, door tweemaal 's daags drankjes te zenden aan een man, dien alle uwe geneeskunst niet boven zes dagen zal in het leven houden! Ga uit mijn huis, en kom mij nooit weer onder de oogen!’