| |
| |
| |
Levensberigt van Alexander, keizer aller Russen.
(Naar het Engelsch.)
‘Nooit, zoo veel wij weten, is een schooner bijnaam aan eenigen Vorst geschonken, en nooit vooral werd dezelve meer verdiend, werd hij edeler verworven, dan die van alexander den gezegenden. Den Gezegenden! hoe liefelijk en hoe godvruchtig tevens klinkt deze naam! een waardig uitvloeisel van het gemoed dier Russen, welke, tevens biddende en werkende, door eigen vasten moed en met Gods hulpe, de schoonste der overwinningen bevochten! Het verlangen, om dezen edelen Keizer van naderbij te leeren kennen, is te meer algemeen, omdat ook wij ons vleijen mogen, dat de, zoo geheel menschelijke, Vorst dit land, voor geen klein deel als de bakermat van Ruslands tegenwoordige grootheid en beschaving te beschouwen, op zijne heugelijke terugreize, niet zal voorbijgaan. Om deze reden namen wij het volgende stuk over; schoon het gewis een en ander bevat, van elders bekend, en, reeds in Januarij 1813 in het licht verschenen zijnde, zelfs den afloop van den eeuwig gedenkwaardigen Russischen veldtogt noch volkomen noch naauwkeurig kon schetsen. Wij weten, dat geen 100,000, maar honderd-duizenden soldaten van napoleon aldaar het leven lieten; wij weten, dat hij, alzoo gekneusd, in spijt der ontzettendste pogingen tot herstel, slechts nog een enkele keer met stroomen bloeds de zege wist te koopen, die hij als zijn eigendom plagt te beschouwen: van Leipzig naar Parijs scheen slechts ééne schrede; en, gelijk de smeder van den bliksem, volgens de fabel, door den oppersten God van uit den hemel geschopt, kreupel nederviel op het eiland Lemnos, zoo tuimelde de verwaten Dwingeland, als geledebraakt, op het schier onbekende Elba
| |
| |
neer. Doch in allen geval behelst dit stuk, zoo verre het dan reikt, een aaneengeschakeld en bepaald overzigt, inzonderheid dier vroegere gebeurtenissen, welke noch zoo diep, noch zoo versch, als de latere ontzagverwekkende bedrijven, in het geheugen liggen. En zoo meenen wij dan wél gedaan te hebben, geen deel of uittreksel, maar het geheel deszelven te geven.’
Alexander, de eerste Russische Keizer van dien naam, die onlangs eene zoo belangrijke rol speelde op het tooneel van Europa, werd geboren den 12den December 1777. Hij was de oudste zoon van wijlen den Keizer paul, bij maria feodorovna, Prinses van Wartemberg, zijne tweede echtgenoote.
Catharina de tweede, het lot vooruitziende, door den ongelukkigen paul ondergaan, en bezorgd om den troon van Rusland aan hare nakomelingschap te verzekeren, vestigde hare bijzondere aandacht op de opvoeding harer kleinkinderen, welken zij gewoon was regelmatig te beproeven, ten aanzien van den aard en de uitgebreidheid hunner zielsbekwaamheden, in het bijzijn van derzelver onderwijzers; en te wier bate zij zich wel wilde verledigen, verscheidene verhandelingen te schrijven, die, onder den titel van Gemengde Stukken, of de Boekerij der Groothertogen, verzameld werden, en nog bewaard worden in de Keizerlijke Bibliotheek te Petersburg. Daar de tegenwoordige Keizer zijn negentiende jaar bereikt had, voor het overlijden van catharina, moet zij de voldoening gehad hebben, van, in zekere mate, de rijpheid te aanschouwen dier verstandelijke vermogens, tot wier aankweeking zij zoo aanmerkelijk bijdroeg.
Maar catharina, met al haar geluk, was niet onveranderlijk voorspoedig. Angstig verlangende de uitbreiding harer nakomelingschap te zien, verhaastte zij het huwelijk van haren begunstigden kleinzoon, die, op den ouderdom van zestien jaar, vereenigd werd met louiza, Prinses
| |
| |
van Baden-Durlach, zijnde twee jaar jonger dan de Groothertog. Zij nam, overeenkomstig de regelen der Grieksche kerke, den naam aan van elizaveta alexievna. Uit dit huwelijk is geen kroost geweest.
Alexander is zeer schoon, bleek van aanzigt, blaauwe oogen, die weldadige zachtheid uitdrukkende, welke een der uitstekende trekken van zijn karakter is. Zijne gestalte is rijzig, kloek en wel geëvenredigd; doch, een weinig doof zijnde, bukt hij, ten einde zich het hooren gemakkelijk te maken; zijn gedrag is te gemoet komend, maar nogtans waardig. In de volvoering zijner hooge verpligtingen spreidt hij vele werkzaamheid en scherpzinnigheid ten toon, doch zonder vertooning en omslag; de hoofdtrekken zijner ziel zijn gezond verstand en menschlievendheid. Hij is zoo groot een vijand van pralerij, dat hij dikwijls gezien is, gewikkeld in zijnen krijgsmantel, rijdende alleen rondom de hoofdstad, in eene gemeene kleine Droshka. Op deze wijze, weet men, dat hij de behoeften der armen voldoet. Het is zijn verlangen, zoo hij in dezen toestand van bijzonder burger mogt herkend worden, dat niemand den hoed afneme; doch de goedheid dezes verlangens alleen stelt het hart in zijne hand, en ontdekt het hoofd. Ik heb hem vele malen gezien in een' volmaakt eenvoudigen wagen, van eene donkere olijfkleur, getrokken door vier paarden, door een' gebaarden koetsier en een' kleinen gewonen voorrijder bestuurd, en vergezeld van een' enkelen lijfknecht. De soldaten staan altijd naar hem op den uitkijk, ten einde de wacht in tijds kennis te geven van zijne nadering; want, zonder deze voorzorg, zou het onmogelijk zijn, onder den zwerm van rijtuigen, hem de eere te bewijzen, aan zijnen rang verschuldigd. - Schoon de Keizer Engeland nooit bezocht heeft, is hij volmaakt bekend met deszelfs karakter en zeden zoo wel, als met de taal. Hij is aan de Engelschen zeer gehecht; hebbende zich een aantal derzelven in zijn rijk nedergezet, en, onder begunstiging van het bewind, eene soort van volkplanting gevormd. - Dan, wij keeren weder tot zijne geschiedenis.
| |
| |
Kort na de vervulling van zijn drieëntwintigste jaar, (12 Maart 1801, O.S.) werd alexander, door eene ontzettende gebeurtenis, niet zeldzaam bij de Souvereinen van Rusland, geroepen om bezit te nemen van den troon zijns vaders, die den vorigen nacht, in zijn eigen paleis, door twee of drie adelijke zaamgezworenen, was verworgd. De jonge Monarch, onbekend met zoodanig treurtooneel, stortte tranen, toen hij, op den morgen van zijne opvolging tot de kroon, door de soldaten als hunne Keizer begroet werd. - Dus eindigde de korte regering van den ongelukkigen en, waarschijnlijk, van zijn verstand beroofden paul. Zijn leven was zonder belang, en zijn dood verwekte geen onderzoek.
De inhuldiging van alexander werd met groote statelijkheid verrigt. De Keizer en Keizerin werden beiden te Moscow gekroond in September 1801; de Aartsoisschop plato, toen honderd en vijf jaar oud, en die dezelfde diadeem drie op elkander volgende Souvereinen had opgezet, bij deze gelegenheid den dienst verrigtende.
Met de onttrooning van paul eindigde dat stelsel van buitenlandschen invloed, hetwelk de uitnemendste belangen van zijn land dreigde den bodem in te slaan. Er was op ééns eene stuiting der revolutionaire intrigues van Frankrijk. Rusland leverde inderdaad de eenige plek gronds op, waaraan het vervolgde Koningschap en de gebannen Eere vergund werd uit te rusten. De vriendschap van Engeland aankweekende, de hoofdstad des rijks uitbreidende en verfraaijende, schatbare of doorluchtige buitenlanders lokkende en onder zijne burgers opnemende, en verbeterende de nationale regtspleging, bewees alexander, hoe ernstig hij had nagedacht over het welzijn des volks, dat hij bestemd was te regeren, benevens zijne bekwaamheid om zich te kwijten van de pligten zijns hoogen stands.
Het was niet te denken, dat zulk een Vorst slechts aanschouwer kon blijven van de belangrijke tooneelen, die op den Europischen schouwburg van staat en oorlog werden
| |
| |
gespeeld. Maar de staatkunde van Rusland duldde geene overhaaste deelneming in de stribbelingen op het vaste land. Tot hiertoe was deszelfs magt enkel lijdelijk geweest, betreffende de oneenigheden tusschen Frankrijk en Engeland. Verwijderd van de kampplaats, en ongenaakbaar, althans in vergelijking, voor eenige Mogendheid, welke hij zou moeten vreezen, schijnt niets meer belangeloos, meer heldhaftig, dan het besluit, waardoor alexander zich verbond met het lot van Oostenrijk, en, zelfs met gevaar van zijn eigen leven, den geest van dat oude en doorluchtige Huis weer trachtte op te wekken. Toegetreden zijnde tot de verbindtenis van het vaste land tegen Frankrijk, haastte zich alexander, zich te plaatsen aan het hoofd der troepen, welke hij tot bijstand der Verbondenen had doen marcheren.
Hij omhelsde deze gelegenheid, om den Koning van Pruissen te bezoeken. Alexander werd op het minzaamst ontvangen bij dezen Vorst, dien hij naar den schonwburg van Berlijn vergezelde, alwaar het volk gezegd wordt, de twee Souvereinen te hebben opgeroepen tot eene wakkere verzetting tegen Frankrijk. De ontmoetingen van Monarchen zijn zelden onvruchtbaar in gebeurtenissen, evenredig met de waardigheid der bezoekers. Op het graf van frederik den grooten vernieuwden deze doorluchtige personaadjen de hereeniging dier banden, welke voorheen het verbond hunner wederzijdsche geslachten versterkten, en zwoeren elkander eene onveranderlijke en eeuwige vriendschap.
Hoe weinig belovend de toestand was, in welken alexander de verbonden legers vond, hij stelde zich vol moed aan het hoofd zijner troepen, rigtte de geesten van zijne Bondgenooten weer op, en bepaalde het besluit om hunnen gemeenen vijand aan te vallen. Hij deed wonderen van dapperheid. Het was in dezen strijd, welke gerekend wordt te zijn voortgezet gedurende drie dagen (van den 2den tot den 4 December 1805), dat een paard onder hem werd doodgeschoten; dat, in het heetst van het vuur,
| |
| |
hij, die nooit te voren eenen slag geleverd had, door de gelederen reed, roepende: ‘Overwinning of dood!’ en, hun de gevoelens inblazende, die in hem gloeiden, begroet werd met de verzekoring: ‘Wij zullen nooit onzen Keizer verzaken!’ - Dat zoodanige moed zonder vrucht werd ten toon gespreid, moest stoffe tot vereerend beklag opleveren voor elke nadenkende en vaderlandlievende ziel. Een wapenstilstand kort daarna gesloten zijnde tusschen de Keizers van Duitschland en Frankrijk, vertrok alexander naar Rusland.
In het voorjaar van 1806, alexander eenigen tijd met Frankrijk onderhandeld hebbende, zonder den handel te treffen, volgde eene openlijke scheuring, en onderscheidene gevechten vielen voor tusschen de Russen en Franschen, op het einde des jaars, na den slag te Jena, en in welken de laatsten voorspoedig waren. Desgelijks werd tegen Rusland de oorlog verklaard door de Turken, tegen het einde van December dezes jaars. Op den 26sten dier maand werd de slag bij Pultusk geleverd. De Generaal benningsen kommandeerde de Russen, en buonaparte was aan het hoofd zijner eigene troepen. De overwinning werd aan beide zijden gevierd.
Hierna greep eene opschorting der vijandelijkheden plaats, ten gevolge van het jaarsaizoen: maar Rusland merkte welhaast, dat zij op haren eigen bodem zou te vechten hebben, ten zij de krachtdadigste maatregelen werden in het werk gesteld. Alexander, derhalve, beval eene algemeene wapening, ten bedrage van 600,000 man, die de regelmatige troepen des rijks zouden ondersteunen. De slag van Eylau, eene stad in Oost-Pruissen, volgde spoedig op deze toerustingen: hij had plaats op den 6den Februarij 1807, en buonapakte kommandeerde in persoon. De slagting was ijsselijk: drie uren lang verspreidden driehonderd stukken geschut den dood naar alle zijden. Schoon de Russen in het eerst gedwongen werden te wijken, poogden zij nogtans hunnen stand te herwinnen, met eene mate van volharding en woede, die bijna tot wan- | |
| |
hoop steeg. De Russen worden gerekend 20 Generaals, 900 Officiers en 30,000 man, aan dooden, gekwetsten en krijgsgevangenen, verloren te hebben. Zij trokken terug achter de Pregel; maar de Franschen waren in geenen toestand om hen te volgen.
Op den grooten en beslissenden slag van Eylau volgde die van Friedland, en de terugtogt der Russen naar Tilsit. Openingen tot eenen wapenstilstand zijnde gedaan, kwamen de Keizers van Rusland en Frankrijk te zamen op een vlot in de rivier de Niemen. Gedurende het maken der schikkingen voor de preliminairen, bleef Tilsit het verblijf der doorluchtige personaadjen: verscheiden feesten werden gegeven, en alles was pligtpleging en verzoening. Ten laatste, op den 9den Julij, werd de vrede geratificeerd tusschen Frankrijk en Rusland; en de twee Keizers scheidden toen, met wederzijdsche uitdrukking van vriendschap, en na uitwisseling der decoratien van hunne wederkeerige ridderordes.
In de lente van 1808, buonapar te in Spanje zijnde gevallen, en vreezende dat Oostenrijk en Rusland zich hierin mengen, en zijne ontwerpen mogten verijdelen, stelde hij eene bijeenkomst voor met Keizer alexander te Erfurt, eene stad in Opper-Saksen. Deze ontmoeting greep plaats, en de twee Keizers werden opgewacht door eenen talrijken en schitterenden stoet van Koningen, souvereine Vorsten, enz.; onder hen was de Groothertog konstantijn, alexander's broeder, een Prins, dien buonaparte met de hoop had gevleid van te Konstantinopel te zullen regeren. De grootste hartelijkheid heerschte; buonaparte en alexander reden te zamen uit in hetzelfde rijtuig, aten te zamen, en hadden te zamen bijzondere conferentien.
Het staatkundig onderwerp der bijeenkomst te Erfurt ontwikkelde zich welhaast. Buonaparte, zijne geheele magt, waarover te beschikken was, naar Spanje hebbende doen rukken, was bevreesd voor ontrustende gevolgen, zoo hij zijne troepen uit Duitschland trok. Dien ten
| |
| |
gevolge zorgde hij, door eene onderhandeling met alexander, zeer schrander voor de ontruiming van het Pruissisch grondgebied, zoo dra de contributien betaald waren, die hij tot een derde van derzelver oorspronkelijk bedragen terug bragt.
In den loop van 1808 verkreeg alexander eene groote aanwinst van grondgebied door den afstand van Zweedsch Finland; en, in het vooruitzigt van zijn gebied uit te breiden tot aan den Bosphorus, verhoogde hij het getal zijner troepen in Moldavie en bijgelegen landen tot 80,000 man.
In 1809 werden groote opofferingen van grondgebied door Zweden aan Rusland gebragt, bij eenen vrede, tusschen de beide Mogendheden gesloten. Verscheiden bloedige gevechten vielen voor tusschen de Russen en Turken, doch geen derzelven was beslissend. De laatsten hadden 300,000 man in de garnizoenen en in het veld, en het getal der Russen werd geschat op 200,000. Gedurende het jaar 1811 vochtende Russen en Turken met verschillenden uitslag. Men weet weinig met zekerheid van deze oorlogen; derzelver geschiedenis is van klein belang, in vergelijking met hetgeen onlangs is voorgevallen op een belangrijker tooneel.
(Het vervolg en slot hierna.) |
|