Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1814
(1814)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOver den naam en de gedaante van de cocquarde.Het is zigtbaar, dat dit woord afstamt van het Fransche woord Cocq (Haan), en het wordt hierdoor waarschijnlijk, dat de Cocquarde, als leus, of als veld- of factie-teeken, haren oorsprong rekent van de witte haneveer, die hendrik de IV op den hoed stak, vóór het aangaan van den slag van Ivry. Na zijn volk tot moed en dapperheid genoopt te hebben, eindigde hij zijne aanspraak met de woorden: Verliest gij vaandel, wimpel of standaard, zoo volgt de witte pluimaadje, die ik op den helm voer. Is het dat gij die ziet aarzelen, ik houd u het vlieden ten besteGa naar voetnoot(*). - Vervolgens zijn de witte pluimen en witte strikken het veldteeken der Franschen geweest tot in 1789, en zij behielden, naar de haneveer, den naam van Cocquardes. Zoude dit misschien ook geene opheldering zijn van de beteekenis van ons woord haneveer, in den zin als voorganger bij volksbewegingen, even gelijk het woord belhamel van den voorganger eener kudde schapen is overgenomen? De gedaante der Cocquarde, als roos, zal waarschijnlijk hare afkomst rekenen van de binnenlandsche twisten in Engeland, in de vijftiende eeuwe, tusschen de Huizen york en lankaster, waarbij de roode of de witte roos tot factie-teeken diende. S. |
|