De bijeenroeping der notabelen in Frankrijk.
Deze belangrijke gebeurtenis op het Fransche staatstooneel gaf, onder die luchthartige natie, almede stof tot lagchen.
Een koopman tognac, lid der regering in eene provincie, beäntwoordde zijne beroeping in den volgenden brief: ‘Sire! Ik heb uwen brief ontvangen, waarin gij mij de eer doet, mij op den 29sten Januarij tot de algemeene vergadering te beroepen. Zoo zeer ik mij door uwe keus gevleid voel, zoo weinig ben ik nogtans in staat, uwen wensch te vervullen, doordien ik den 30sten zeer belangrijke betalingen heb. Daarom zend ik, in mijne plaats, mijnen kantoorbediende, een geschikt mensch, die ook de teekening der sirma heeft. Overigens hoop ik, dat alles goed afloopen, en ons meel en brandewijn er niet onder lijden zullen.’
Men gaf op het stadstooneel te Versailles, in tegenwoordigheid der Koningin, eene komieke opera, Theodor. In dezelve komt een reizende Koning voor, wien zijn adjudant berigt, dat het geld op is, en hij niet weet, waar men meer zou van daan halen. Beiden zijn daarover in angst, en vragen elkander, wat te doen? - Op het oogenblik verheft zich iemand in het parterre, en roept: ‘Men moet de Notabelen bijeenroepen!’ Een bravo klonk den grappenmaker van alle kanten toe; doch de Policie kon zijns niet magtig worden.
Eenige dagen vóór den 29sten Jan. vond men aan de wo-