Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1814

Vertellingen aan mijne Dochter; naar het Fransch van J.N. Bouilly. IIde Deel. Te Amsterdam, bij Schalekamp en van de Grampel. In kl. 8vo. 298 Bl. f 2-4-:

Onze aankondiging van het vorige deel, van dit inderdaad allerliefst geschrift voor jonge lieden uit den beschaafderen stand, was bijzonder kort; wij nemen nu eenige meerdere ruimte. Ziet hier de Vertellingen. 1) De Rozen van den Heer de malesherbes leveren een aandoenlijk verhaal van de teedere en zorgvuldige liefde der jonge lieden van zijn dorp voor dezen beroemden en beminnelijken man, en teekenen ons te gelijk zijne hartelijke genegenheid en dankbaar gevoel voor die roerende liefde. 2) De valsche Diamant brengt ons in kennis met twee jonge meisjes, maar van zeer verschillend karakter, en geeft ons de zonderlinge en belangrijke wijze op, op welke de eene, van welker karakter een valsche diamant maar al te zeer het afbeeldsel was, (als zijnde het zinnebeeld van het bedrog, dat gestadig haar hart bedierf en hare lippen besmette) verbeterd werd. 3) Het stuk Goud is eene geschiedenis van welbestede liefdadigheid van eene jeugdige schoone, welke jaren daarna het genoegen had te zien, hoe zij, door eene reeds lang bij haar vergetene gift, den grondslag gelegd had tot het groot fortuin van zeer edele menschen, wier geluk zij nu nog verder bevestigen kon. 4) De sprekende Kam verhaalt, hoe eene brave en verstandige moeder de schandelijke gewoonte van stekelige spotternij, door het ter prooije geven aan openlijke bespotting, hare dochter afleerde, en haar alzoo, van een bij ieder gehaat, tot een bij ieder bemind meisje vormde. 5) De Sonate toont ons een edel, bij uitnemendheid vlijtig, niet alleen uit smaak, maar uit beginselen vlijtig meisje, juist het contrast van hare zuster, en schenkt haar tot loon van hare vlijt, dat zij de weldoenster van hare ongelukkig gewordene ouders is, en eindelijk hun fortuin

[p. 634]

herstellen kon. 6) De kleine levende Boekerij is voor een soit disant geleerd en zich alles aanmatigend nufje een waarschuwend voorbeeld, en aardige, regt nuttige, les. 7) De Dragonder van Vincennes bevat de verbetering, door vaderlijke schrandere list en teederheid, van een goed, maar voorbeeldeloos woest en alzoo geheel onvrouwelijk karakter van een jong juffertje, welker vroegere vorming verwaarloosd was; maar die gelukkig te regt gebragt, en een sieraad harer kunne werd. 8) Het Dorpskerkhof verhaalt de bekeering eener petite Deïste, door het wakker maken van haar hart en het leiden van haar gevoel, bij het bezoeken van een kerkhos. 9) De Zoogzusters is eene lieve geschiedenis van verbeterde aanmatiging en trotschheid door de school des tegenspoeds, en liesde en hartelijkheid in de mindere standen; een aardig tafereel van huisselijk geluk, en gelukkige wending van het balsturig lot, na teruggekeerde goede beginselen. 10) Het Journaal der Modes gaat de belagchelijke modezucht te keer, en geest ons de genezing van eene jonge aanbidster dier grillige Godin, welke door geene gevoelige lessen van kenbaar nadeel aan hare gezondheid, maar eindelijk door het krachtiger middel, het doel te zijn der publieke bespotting, van eene modepop een verstandig meisje werd. 11) De kleine Huishoudster is het uitgebreidst, maar vooral niet het minst onderhoudend en treffend verhaal, van een miskend en mishandeld meisje, dat echter in geenen deele haar zacht en uitnemend karakter verloochende, hare kinderpligten getrouw bleef, en zich het vernederende en moeijelijkste gaarne getroostte, om eenen beminden grootvader liefde te betoonen en te vergelden.

Eene hartelijke aanspraak aan des Schrijvers Dochter besluit dit regt nuttig, onderhoudend, en met aardige plaatjes versierd werkje, waarmede wij der lieve Jeugd, en in het bijzonder der jonge Jufferschap, geluk wenschen.