lijke gesprekken, rakende eene gewenschte afschudding van het zoo deerlijk geknakte juk, mogen zijn opgerezen. Maas, een woelziek, winderig en zedeloos mensch, geeft zich aan het smeden en uitventen van dergelijke ontwerpen onder zijne vrienden en medgezellen mede over. Men praat, men overlegt, men ontvangt en volvoert zelfs eene en andere orders van den planmaker tot een voorbereidend onderzoek. En dit laatste, met domme onvoorzigtigheid volvoerd, brengt straks de zaak ter kennis der Politie, die, wie weet welke, verschrikkelijke dingen in haren angst vermoedt! De nietigheid van de gansche zaak moest zeker even spoedig blijken. Doch, zoo het wantrouwen hieraan al niet dadelijk in den weg stond, dan wenschte men, gelijk blijkt, ten minste de omstandigheid te bezigen, ten einde, door een zoogenaamd voorbeeld van gestrengheid, de dadelijk bestaande gisting te gemakkelijker in toom te houden. En, het zij men wezenlijk iets meer vermoedde, dan de verhooren deden kennen; het zij om de zaak waarschijnlijk en gevaarlijk genoeg te doen voorkomen tot de opoffering van verscheiden menschenlevens; dat men den afschrik en de vreeze slechts wilde vermeerderen, of verder ten oogmerk had, Holland nog beter uit te plunderen; men deed wat men kon, ten einde de gevangenen meer en aanzienlijker deelgenooten in de zamenzwering te doen noemen. Met maas gelukte dit in zoo verre, dat hij eenige woorden, welke hij bij gelegenheid tegen Dr. lemon losselijk had uitgestooten, betrekkelijk eene te bewerken omwenteling, nu deed voorkomen als een plan van zamenzwering, door
lemon aan hem voorgedragen. En hetgeen deze naderhand zelf ondervond bij de verhooren, en bijzondere toespraken enz. van beämbten en handlangers der Politie; de gedurige aansporing namelijk, door beloften en bedreigingen geschraagd, om te klappen, of liever te liegen en te lasteren, sommige aanzienlijke personen slechts als bekenden te noemen, om hen alzoo van ter zijde in de zaak te betrekken; dit alles verklaart inderdaad zulk een gedrag van zulken man te ligter, daar maas slechts ten allerlaatste, door uitdrukkelijke hope op eigen behoud, tot dit uiterste werd gebragt, en lemon vreest, al vroeger in een kwaad blaadje bij de Politie te hebben gestaan.
Men kan dus met grond zeggen, dat er geene zamenzwering heeft bestaan. Een los ontwerp, losse praatjes, en een