Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1814
(1814)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 560]
| |
Ηιπποκρατης. Magazijn, toegewijd aan den geheelen omvang der Geneeskunde, beschouwd als wetenschap en kunst; uitgegeven door C.A.L. Sander, J.J. Walop en G.H. Wachter, Pz. Isten Deels 2de Stuk. Te Rotterdam, bij J. Hendriksen. In gr. 8vo. 110 Bl. f :-18-:Dit Stukje is geheel aan de praktische Geneeskunde toegewijd, en bevat, in de eerste plaats, eenige Geneeskundige waarnemingen, vergeleken met weêrkundige aanteekeningen, door Dr. c.j. nieuwenhuys, te Amsterdam. In de voorrede van dezelve wordt het gewigt eener dergelijke vergelijking, en tevens de moeijelijkheid om daarin wel te slagen, kortbondig aangetoond. Wij meenden dan ook hier nieuwe bouwstoffen tot dat belangrijk gedeelte der geneeskundige wetenschap te zullen aantreffen, doch vonden ons hierin zeer te leur gesteld; want hoewel, aan het hoofd dezer maandelijksche opgave van de door Dr. nieuwenhuys in 1812 behandelde zieken, de stand van den baro- of thermometer wordt opgegeven, maakt de Schrijver daar verder geen gebruik van, en zegt niets van den invloed, welken, naar zijn inzien, de weêrsgesteldheid op zijne zieken gehad heeft. Van die zijde hebben dus deze waarnemingen weinig of geene waarde; maar anders hebben wij hier veel gevonden, dat de aandacht van deskundigen boeijen zal, en hunne overweging verdient. Bijzonder belangrijk vonden wij het verhaal der tusschenpoozende zenuwkoortsen, welke de Schrijver in Maart zoo veelvuldig heeft waargenomen; voorts dat eener tusschenpoozende koorts, gepaard met zijdewee, waar de behandeling waarlijk niet gemakkelijk was, en nieuwenhuys onzes inziens met veel regt, vooral op het zenuwgestel werkte; schoon wij, van den anderen kant, niet inzien, dat eene lating, in het begin, toen de pols nog vol was, en er duidelijke teekenen van plaatselijke ophoo- | |
[pagina 561]
| |
ping van bloed waren, zoo nadeelig zoude geweest zijn. Uit bl. 191 en eenige andere plaatsen zouden wij bijna opmaken, dat de Schrijver de aderlatingen als volstrekt nadeelig in zenuwziekten aanmerkt, waarvoor wij hoegenaamd geene reden zien. In zulke ziekten kan er zoo wel algemeene volbloedigheid, plaatselijke ophooping van bloed plaats hebben, de levenswerking van het geheele gestel kan zoo wel te sterk zijn, als in andere kwalen; zoodat eene ruime bloedsontlasting weldadig wezen kan, hetzij als iets overtolligs wegnemende, of als vermindering van prikkel, en dus van levenswerking. Het gebruik van ac. phosphor. met op. in buikloopen uit verzwakking der ingewanden verdient allezins nader beproefd te worden. Nieuwenhuys houdt zich in het algemeen zeer aan de opwekkende geneeswijze, in den echt Browniaanschen stijl. Wij wraken dit niet; variis modis bene fit. Het zij ook verre van ons, de handelwijze van een' Kunstgenoot te beöordeelen; daartoe dient men met alle omstandigheden juist bekend te zijn. Ons is echter die geneeswijze, vooral in doorgaande koortsen, op den duur niet bevallen. Ook vinden wij ons altijd genoodzaakt, meer op den onderbuik te letten. Mogelijk geeft de ligging onzer standplaatse en de levenswijze der inwoneren daartoe aanleiding. Ook gelooven wij, dat de buikloopen, welke niet zelden bij typhus, door de opwekkende methode behandeld, ontstaan, en dan altijd zeer gevaarlijk zijn, veelal aan de verzuimde zuivering der eerste wegen moeten worden toegeschreven. Wij bebben ook uit deze Verhandeling kunnen zien, dat Dr. nieuwenhuys meer in de Duitsche dan in onze Letterkunde t'huis is: zijne taal is ten minste veelal Hoogduitsch: bemerkingen voor aanmerkingen, stillen voor zogen, ontwennen voor spenen, enz. geven daar blijken van. Op deze waarnemingen volgen eenige Mengelingen, welke wij aan den Heere wachter toeschrijven. De | |
[pagina 562]
| |
methode van den beroemden mursinna, om den blaassteek boven de schaambeenderen te doen, was ons reeds bekendGa naar voetnoot(*). - De manier van hufeland, om bij hardnekkige wormziekten braakmiddelen voor te schrijven, vinden wij zeer eigenaardig, en hebben er ook reeds met goed gevolg gebruik van gemaakt. - De grootere kwaadaardigheid der venerische kwalen bij Berlijnsche vrouwen, door Franschen aangestoken, is eene nieuwe bijdrage tot de waarneming, dat de besmetting erger is, bij grooter verschil der individuéle organisatie. Veelligt liet zich deze opmerking desgelijks toepassen op zedelijke besmettingen: en hoe gezegend is dan, ook van dien kant, de aftogt der Franschjes niet voor ons! - In het nut der stortbaden stemmen wij mede in; doch wij gelooven, dat dezelve met groote voorzorge moeten gebruikt worden. Het zijn van die middelen, waar ligt de hand mede geligt wordt. Wij weten een voorbeeld, dat men eenen lijder met emmers koud water op zijn bed begoot, zoodat hij in 't nat dreef! Zulk een geval beneemt, in de plaats, waar het gebeurt, het middel, voor jaren lang, alle krediet. Zelven hebben wij weinig gelegenheid gehad het aan te wenden, en konden meestal door koude omslagen ons doel bereiken. Wij wenschen, dat de verdienstelijke Uitgevers van dit Magazijn hunne taak met voorspoed zullen vervolgen. |
|