houding wordt beloofd; dus kan men vrij met naam en toenaam schrijven, en alzoo gelegenheid geven tot nadere correspondentie. Het spreekt van zelve, dat de Redacteur beöordeelen moet, wat al of niet ter plaatsing geschikt is. Dit eerste Stuk levert onder deze afdeeling, 1o. het hier uitnemend doelmatig berigt der Lotgevallen van den Verwer hoppe te Bernstadt, hetwelk de Heer fest bij zichzelven, bij veel lijdens en eene diepe droefgeestigheid, beproefd bevond; en 2o. eene kleine Anecdote nopens zekere Mevrouw **, tot eene proeve, dat het eene onheil vaak het andere verdrijft.
III. De derde afdeeling wordt bestemd tot berigten van nog voortdurend lijden; van zoodanigen, die raad en troost van den Schrijver begeeren. Niet enkel troost en onderrigting, maar ook dadelijke raad en hulp, kon, onder Gods zegen, daar nu en dan het gevolg van zijn. De aanmelding althans van eenen Predikant op den Hondsrug, en het eenvoudig treffend berigt van zijn treurig lot, in de Beiträge van fest, had al spoedig dit gewenscht gevolg. Hier wordt geheel dit geval en de gelukkige uitkomst overgenomen.
IV. Ten vierde zal dit Magazijn verslag geven van algemeene of bijzondere inrigtingen, vooral in, maar ook buiten ons Vaderland, ter verzachting van het lijden der menschheid. Dringend verzoekt men te dezen aanzien vooral om bijdragen en correspondentie. Het Genootschap Nederig en menschlievend, te Rotterdam, wordt, hoewel reeds vrij algemeen bekend, met regt eene eerste plaats aangewezen.
De Vde afdeeling, eindelijk, is ter aanmelding en nadere bekendmaking, door berigt of uittreksel, (zonder eigenlijke beöordeeling) van voor lijders bijzonder nuttige werken geschikt, 't zij dezelve eerst nu, of reeds sedert jaren, het licht zien. Met het uitnemend boek van j.s. fest, Proeve over de voordeelen van de rampen en tegenspoeden des menschelijken levens, wordt hier het begin gemaakt,