denis, blijve dan de hoofdzaak; het bijzonder karaktermatige van de bewoners der bijzondere landen, en derzelver zeden en gewoonten; voegt hier zich eigenaardig bij; en oudheid en geschiedenis, het belangrijkste daaruit, geeft eene leerzame en aangename afwisseling.
Dit is het plan van dit werkje, en draagt alzoo onze volkomene goedkeuring weg. Daarenboven dit alles in te kleeden in de beschrijving eener reize van personen, waarin het kind belang stelt, is een uitmuntend denkbeeld; zoo heeft men tot de belangrijkste episoden en tot de nuttigste lessen aanleiding, en het kind leert, als 't ware, al spelende, en met het grootste vermaak, al wat men het onderrigten wil. Zoo ver wij mogen oordeelen uit dit begin, kunnen wij hier iets goeds verwachten. Rolando, midden in de Alpen geboren, trekt op reis, om eenen rijken oom in Peru op te zoeken. Te Marseille opgehouden, zou hij met eenige vrienden een klein uitstapje naar de jaarmarkt van Beaucaire doen; het schip viel in handen van een' Barbarijschen zeeroover; het gezelschap raakt in slavernij bij de Mooren. Eenigen tijd daarna; voerde men hen naar Marocco; hunne slavernij eindigde spoedig, daar een hunner den Keizer van Marocco eene kies trok; zij kregen verlof tot eene reis in de Afrikaansche landen. Algiers wordt door hen bezocht; voorts trekken zij naar Tunis; bij de bouwvallen van Utica en Karthago laten wij hier het gezelschap. Het reisgezelschap is gemengd; men heeft er een' aardrijkskundige, een' natuuronderzoeker en een' oudheidkenner onder. De voorvallen zijn voor kinderen waarlijk onderhoudend, en van al het boven gezegde vinden wij hier vele belangrijke en leerzame berigten.
Het spreekt van zelve, dat het kind, zal het op deze wijze de aardrijkskunde en natuurlijke geschiedenis leeren, dit werkje niet maar voor zichzelve, als een roman of onderhoudend vertelsel, lezen moet, maar onder het oog en de leiding van eenen bekwamen opvoeder, die de landkaart steeds bij de hand houdt, en door zijne vragen en gesprekken, hoewel ongemerkt, de hoofdbedoeling bereiken doet.
Het werkje zal wel van een' ruimen adem zijn, en hetgeen het belooft, is waarlijk moeijelijk. De Schrijver is een Franschman.... Of hij woord houden zal?