De Kluizenaar van de Chaussée-d'Antin (een voornaam oord van Parijs,) of Opmerkingen over de Parijsche Zeden en Gebruiken, in het begin der XIXde Eeuw. Naar het Fransch, met ophelderende Aanteekeningen van den Vertaler. Te Dordrecht, bij A. Blussé en Zoon. 1813. In gr. 8vo. XII en 278 Bl. f 2-8-:
Wij hebben van dit werk reeds drie deeltjes, in het oorspronkelijke Fransch, gunstig aangekondigd; hetzelve als eenen Spectator, naar den aard van tijd en volk geschikt, doende kennen, die bij de werken van steele en van effen eene plaats verdient. Moeijelijk was het overigens, een volkomener denkbeeld van een werk te geven, uit den aard der zake zoo verscheiden van inhoud en manier. Ja, zelfs tot staaltjes waren de meeste vertoogen te lang. En om deze reden is het ons reeds aangenaam, dat de enkel Hollandsche Lezer nu in staat zal zijn, ons oordeel te beproeven, en, zoo wij hopen, ons genoegen te deelen. Inderdaad, wij achten het vreemd gewas der verplantinge wel waardig, en vleijen ons, dat het genoegzame belangstelling onder ons lezend publiek zal verwekken. De vertaling is gelukkig in handen gevallen van eenen man, die, zeer bekend te Parijs, ja daar op het bedoelde tijdstip verkeerende, en van de opmerking der vreemde zeden mede zijn werk makende, niet slechts de waarheid der geschetste tafereelen beäamt, en onzen lof in zijne voorrede overneemt, maar ook verscheidene aanmerkingen er bijvoegt, om het historieele en vooral plaatselijke op te helderen. Misschien is hij met het laatste wel wat rijkelijk; doch dikwijls wekt ook dit een eigen afzonderlijk belang, daar toch Parijs zelve een tooneel is, werwaarts ieders oog gedurig wordt getrokken. Voor het overige zou de Vertaler, ware zijn werk niet een weinig te vroeg af geweest, er welligt nog eene en andere noot, ter ontmaskering van den, in ie-