God heeft ons eenen korten tijd verlaten. De inrukking van vreemde troepen, en verlies van wezenlijke onafhankelijkheid, vooreerst; oorlog met Engeland, benevens zware heffingen, en alzoo algemeene verarming, daarna; verscheuring door allerlei factiën, door vreemden invloed aangeblazen, al verder; uitschrapping van de rolle der volken, enz. enz., ten allerlaatste; ziedaar de blijken en bewijzen, door den Prediker met vele juistheid en kennis van zaken, met veel warmte en nadruk in het licht gesteld.
Met groote ontferming zal Hij ons wederom vergaderen. Veel onverwachts is reeds gedaan; en dat het werk voltooid zal worden, dat het waarlijk God is, die dit doet, vertrouwt men, en om het reeds gebeurde, en om de regtvaardigheid der zake, en om de zigtbaarheid van Gods hand tot hiertoe, en om de in het oog loopende zwakheid van den vijand, vergeleken met de veerkracht der Verbondenen.
Maar, wij moeten medewerken. Wij moeten en kunnen ons troosten over de nog bloedende wonden uit den worstelstrijd. Wij moeten ook Fransche ligtzinnigheid enz. tegen echt Nederlandsche godsvrucht verwisselen.
Wat van deze onderscheidene rubrieken al zoo de bijzondere inhoud zij, is over het geheel wel na te gaan; want men vindt er, wat er past en behoort, wat anderen ter zelfde zake ook zullen gezegd hebben, en ieder nadenkende in zijn hoofd en in zijn hart heeft. Schitterende welsprekendheid begrijpt men uit het reeds gezegde hier niet te vinden, misschien ook niet te voegen. Zonder het als eene grove fout te willen opgeven, zouden wij, echter, meenen, dat zich de Prediker der netheid van stijl iets meer zou kunnen bevlijtigen, en b.v. uitdrukkingen, als: wel honderde malen hebben wij het elkander gezegd, een weinig vermijden. Overigens hopen en vertrouwen wij, dat zijn Eerws. wensch, tot opbouwing en bemoediging van vaderlandsche harten, ook door de uitgave dezer regt mannelijke Leerrede zal bereikt worden.
No. 2. Mede een paar eenvoudige, doch fraaije stuk-