De dankbare Rus.
In het voorjaar van 1801 namen eenige Russische soldaten, die uit hunne krijgsgevangenschap in Frankrijk naar huis marcheerden, te Lobstadt hun nachtkwartier. De brave landlieden ontvingen de vreemdelingen met de grootste gastvrijheid, beschouwden ze nieuwsgierig, maar onthaalden ze des te zorgvuldiger. Een der Russen, die bij een vriendelijk moedertje was gebilletteerd geweest, wilde haar des anderen morgens zijne erkentelijkheid betuigen. Hij stortte zich uit in dankzeggingen; maar zij - die geen Russisch verstond - schudde verlegen het hoofd. Hij knoeide brokken Fransch bijeen; zij wist nog al niet, wat hij wilde. Vol mismoedigheid liep hij eindelijk heen, haalde zijn geweer, stelde zich voor haar, presenteerde het met eene martiale houding, en ging, verzekerd dat zij hem nu buiten twijfel begrepen had, te vrede heen.