doch, wie buitendien eene Oranjerij heeft, kan het gemakkelijk en onkostbaar doen. Ik wil mijne gedachten gaarne mededeelen aan iemand, die misschien jonger, en beter in de gelegenheid is, dan ik.
Eene algemeene en bewezene aanmerking is, dat de overbrenging van vruchten op vreemden grond niet plotseling en op eenmaal kan geschieden, of men loopt gevaar, om door overhaasting al de vrucht van zijne poging te verliezen. Dus festina lente, of haast u langzaam. - Wilt gij nu weten, hoe ik de zaak behandelen zou, als ik mij in de gelegenheid bevond, om dezelve naar behooren uit te voeren? ik zal 't u zeggen.
Vooraf moet men de algemeen erkende en bewezene waarheid ook hierbij vooral in 't oog houden, dat, als men gaat enten op wild, hard en sappeloos hout, als esdoorn, hazelaar enz., zoo als de verkeerde zuinigheid van vele boomkweekers thans heeft uitgevonden, men alsdan zeer zeker den smaak, den geur, de sappigheid, ook der beste vruchten, trapswijze zoodanig vermindert en verbastert, dat zij onkenbaar worden: of men ze al perziken, suiker-peren, pippelingen, Reine-Claude enz. noemen wil, zij zijn niet, wat hare voorouders waren, maar slechts ontaarde loten van eenen edelen verloren stam. Dus, tot deze enting moet ook niets gebruikt worden, dan de beste soort der beste vruchtboomen, als perziken, kersen, beste pruimen enz., met één woord, het sijnste, edelste en saprijkste.
Eene Oranjerij hebbende, ent men nu op tien of twaalf zulke boompjes, twee aan twee, bovengenoemde uitlandsche vruchten, granaten, citroenen, oranjes, enz. wijl een enkele zou kunnen mislukken. Dit eerste geslacht in de gewone Oranjerij tot kracht gekomen zijnde, mogelijk na 2 à 3 jaren, neemt men daarvan wederom enten, en plaatst die, als voren, op tien of twaalf soortgelijke sijne boompjes; doch in eene kas van mindere warmte. Na 2 à 3 jaren neemt men van dit gewas, reeds aan mindere hette gewoon, al wederom loten, ent die op soortgelijke