komen bewaard blijft voor dat eentoonige, waartoe de zuidelijke Europische talen anders ligt vervallen; eene ruimte van gedachten, die de aandacht teffens bezig houdt en treft; eene juiste en keurige teekening van allerlei tafereelen, die den waren dichtgeest teekenen, benevens warm gevoel en levendig coloriet; ziedaar eenige voorregten, die de beschaafde Schrijfster hoogstgunstig onderscheiden. Het voorname stuk is dat over de Verkeering; een onderwerp, bijna te gelijker tijd door delille behandeld, (van welke behandeling ook door ons is verslag gedaan.) Zij maakt hiervan in de Voorrede melding, op eene wijze, die hare zedigheid
vereert, en haar besluit, om desniettemin in den opgevatten arbeid voort te gaan, volkomen regtvaardigt. Het onderling verschil, namelijk, gelijk zij van delille zelven vernam, blijft groot genoeg; en, het voorregt hebbende van vroeger in het licht te verschijnen, kon haar stukje te eer op eene gunstige ontvangst hopen. Zij wil het - ten einde de vergelijking nog meer te ontwijken - ook geen Dichtstuk (Poëme) genoemd hebben; het zijn slechts Epitres, dichterlijke Brieven, aan eene jeugdige vriendin gerigt. Achter elk dezer vier brieven gaan eenige noten, die van geoefendheid, bijzonder in de poëzij van onderscheidene natiën, getuigen. Navolgingen van Latijnsche, Engelsche, Italiaansche, Hoogduitsche en Portugesche Dichters worden in dezelven aangewezen, of komen althans in de andere stukjes, onder den naam van Poésies fugitives hierbij gevoegd, meermalen voor. Ook deze stukjes zijn Epitres, benevens Elegiën en eenige algeheele navolgingen van camoëns, van milton, pope enz., van gessner en eene ongenoemde Italiaansche.
Doch, wij lieten blijken, vooral jeugdige beminnaars van Fransche litteratuur met dit verslag op het oog te hebben. En, gelijk zij zich aan al het gezegde doorgaans minder storen, en meer slechts enkel vragen, of het wezenlijk mooi is, en pleizierig leest; zoo wilden wij ook niet gaarne aanleiding geven, dat ze te dezen aanzien van toon veranderden, en den kunstregter gingen affecteren. Hun zeggen we derhalve, dat de beschaafde Dame inderdaad charmant vertelt, dat hetgeen ze zegt waarlijk interessant is, en dat dus ieder jong Heer, maar vooral jonge Jufvrouw, er menige les uit kan halen, die de bevallige gave van eenen aangenamen omgang uitstekend zal opluisteren. Zoo kan men er b.v. leeren, van hoe vele waarde het is,