| |
Reis rondom de Wereld, in de Jaren 1803 tot 1807, door G.H. van Langsdorff; uit het Hoogduitsch, door M. Stuart. Met Platen. Iste Deel. Te Haarlem en Amsterdam, bij F. Bohn en J. van der Hey. 1813. In gr. 8vo. XVIII en 334 Bl. f 3-18-:
Bij al het onderhoudende, 't welk Zeetogten boven Landreizen door afwisseling en meerdere verscheidenheid van ver uiteen verspreide landen hebben, zoo kan dit echter naauwelijks opwegen tegen die uit hunnen aard meer droo- | |
| |
ge berigten van graden der lengte en breedte, klippen, ondiepten, veranderingen van wind en weder, enz. welke, hoe onmisbaar voor den Zeevaarder, voor den algemeenen Lezer, die slechts eene aangename en nuttige uitspanning zoekt, zoo wel als voor den beoefenaar van de Geschiedenis der Aarde en der Menschheid, minder belangrijk zijn. Vele Zeereizen zijn dan ook opzettelijk voor de twee laatste klassen ingerigt; sommigen, gelijk forster, volgden de orde der onderwerpen, die zij uit de Natuur- en Volken - geschiedenis behandelden; anderen, zoo als barrow, (in zijne Reize naar Cochinchina) gaven ook verslag van den togt zelven, met weglating der alléén zeevaartkundige opmerkingen. Tot de laatste soort behoort ook de Reis van den Heer langsdorff, togtgenoot van krusenstern, wiens uitmuntende beschrijving van der Russen eerste Reis rondom de Wereld wij (in de 5 en 9 Nos. 1812 en No. 13 dezes jaars van dit Tijdschrift) aan onze Lezers hebben bekend gemaakt. Zijn reisverhaal wordt dus even min overtollig door dat van den Russischen Bevelhebber, als het dagboek van cook's Reizen de waarnemingen van forster, of staunton's omstandig verslag der Reize van macartney barrow's keurige berigten op zijne reis en in China heeft overbodig gemaakt. Wij zullen dus onzen Lezeren de opmerkingen van krusenstern's Reisgenoot zoo wel, als die van het Opperhoofd, doen kennen, en ons liefst tot zulke voorwerpen bepalen, welke men in het officièle reisverhaal zelve of niet, of min
uitvoerig, vindt.
In een Voorberigt meldt de Heer langsdorff met een woord zijne vroegere lotgevallen, tot dat hij, op zijn herhaald aanzoek, in 1803 bij de Russische onderneming mede werd aangesteld, en te Koppenhagen op de Nadeshda scheep ging.
Drie landen zijn het voornamelijk, van welke de Reiziger (zoo verre dit Deel loopt) ons berigten mededeelt; Teneriffe, Brazilië met het eiland St. Catharina, en Nu- | |
| |
kahiwa, een der Washingtons-eilanden. Eer hij ons naar het eerste verzelt, geeft hij een ongemeen onderhoudend verslag van de wijze, op welke de Geleerden van den togt de schijnbaar eentoonige dagen in de open zee doorbragten; een verslag, waardoor men zoo geheel in de gesteldheid dier reizigers verplaatst wordt. Het nalezen van beschrijvingen der onderscheidene landen, naar welke nu de steven gewend was, nam geen gering deel van den tijd weg. Zoo verplaatste zich, na het verdwijnen der Engelsche kust uit het oog, natuurlijk ieders geest naar de Kanarische eilanden, bepaaldelijk Teneriffe, van welke men, uit de welvoorziene scheepsbibliotheek, met deelneming alle berigten opzamelde. Doch juist de menigte dier berigten maakte het moeijelijk, veel nieuws van deze vaak bezochte gewesten te zeggen, de gewone ververschingplaats der Europeërs, die naar Indië, Zuid - Amerika of de Zuidzee stevenen. Santa-Cruz, de hoofdstad van Teneriffe, is aan de scheepvaart haren bloei verschuldigd, en levert wezenlijk voortreffelijke vruchten en groenten op. De wijn is uitmuntend; volgens zekeren koopman, doet hij alleen voor den Madera - wijn onder, omdat deze met een gering toevoegsel van Franschen brandewijn aangezet is. Geene herbergen zijn er, maar groote herbergzaamheid. De gemeene klasse, die zeer arm is, gebruikt raauw gekneed meel, of geroost koren, in plaats van brood. - Het eiland is zeer bergachtig, en draagt overal sporen van uitgebrande vuurbergen. - In het kleine stadje Porto de
l'Orotava wonen de rijkste kooplieden, en het heeft den meesten wijnbouw. Een heerlijke kruidtuin, door den Marquis de nava aangelegd, vervalt, doordien de staat daarin, niettegenstaande zijne beloften, geheel niet te gemoet komt. De Reizigers beklommen de piek niet; doch worden hier eenige berigten van den Heer cordier over dezelve medegedeeld.
Het ledige vak tusschen de afreize van Teneriffe en de komst te St. Catharina wordt onder andere met het onderhoudend verhaal van de plegtigheden bij het passeren der
| |
| |
Evennachtslijn aangevuld. Deze doorvaart, altijd voor de Europische zeevaarders, die het eerst deze wateren klieven, met grooten toestel vergezeld, was het thans dubbel, nu de Russen voor het eerst, sedert zij als natie bestonden, het zuidelijk halfrond bereikten. Bij deze gelegenheid vermeldt de Schrijver, dat de warmte onder de Evennachtslijn (op zee) veel dragelijker is, dan men gewoonlijk denkt, en voor de hette van eenen warmen zomerdag in het noordelijkst Europa onderdoet.
Het gezigt op het welige Brazilië overtrof in schoonheid zelfs de hooggespannen verwachting des Reizigers. Geheele velden vol geurige bloemen, prachtige kapellen, zoo als men die in de Europische kabinetten ziet, kolibrieten, glanzend van goud, keurige zingvogels, moesten aan menschen, die uit het Noorden van Europa kwamen, gewis de zoetste gewaarwordingen doen ondervinden, vooral na eene zeereis van twee maanden. Onder de menigte opmerkingen des Schrijvers over dit land en het eiland St. Catharina, waar het schip ten anker kwam, teekenen wij de volgende aan. Gedurende den winter van het zuidelijk halfrond (onze zomermaanden) heeft, volgens de verzekering der inwoners, het schoonste lenteweder plaats, doordien de zon alsdan, verder van het schedelpunt af zijnde, bestendig helder schijnt; terwijl in den zomer (onzen winter) bijna dagelijks regen en onweder de lucht verkoelt, daar de loodlijnige zon de dampen in menigte aantrekt. De heerschende vochtigheid en aanhoudende, niet verschroeijende warmte zijn oorzaken der ongemeene vruchtbaarheid en verscheidenheid van dieren en planten. - De inwoners van St. Catharina drinken veel inlandsche thee, zijnde de bladen van zekere plant, (herba do matto) die men in het Noorden van het Gouvernement plukt, en even als Chinesche thee gebruikt. Om geene bladeren in den mond te krijgen, drinkt men door een zuigpijpje. De theekommetjes zijn kokosnoten, kauwoerden of aarden potjes. - De inwoners gaan ter jagt met bogen, waaruit zij geene pijlen, maar steentjes en kleikogels schieten. Alle avonden, eer
| |
| |
men ter ruste gaat, wascht men de voeten met warm water. In groote huizen wordt dit eerst door de slaven omtrent den Heer verrigt. Koetsen ziet men er niet, maar draagstoelen, gelijk in Indië. Het nieuwjaarsfeest is voornamelijk voor de ongelukkige Negers een tijd van uitspanning en vrijheid, even als te Rome bij de Saturnalia. De dans is alsdan hun grootste vermaak. - In den nacht van Driekoningen geven vrienden en gelieven elkander doorgaans serenaden. Aangenaam was voor den Schrijver een uitstapje op het vaste land, waarbij hij kennis maakte met een vriendelijk huisgezin, waarvan de vader hem behulpzaam was in het vangen van insekten. Rijk was de oogst, dien hij er opdeed; rijk het betooverende landschap aan alle pracht der Natuur; hooge bosschen, ondoordringbaar voor de zonnestralen, en door de meest verschillende, door de schoonste dier- en vogelsoorten bevolkt. - De gemeene man in Brazilië gebruikt, in plaats van brood, de Mandiocca- (Maniok-) wortel. De ver uiteen verspreide volkplanters der kust vervaardigen, als zoo vele robinsons, elk wat hem noodig is tot levensonderhoud, zonder een bijzonder handwerk te oefenen. Vele menschen houdt de walvischvangst bezig, die thans voor rekening van het bestuur gedreven wordt. - Ellendig is de behandeling en oppassing van zieken hier te lande. Men heeft er noch behoorlijk onderwezene geneesheeren, noch vroedvrouwen. Gelukkig nog, dat de veelvuldige ongelukken, hierdoor natuurlijk veroorzaakt, door de ongemeene vruchtbaarheid ruim worden opgewogen. Huisgezinnen van vijftien tot twintig kinderen zijn geheel geene zeldzaamheid. - De berigten onzes Reizigers over Brazilië eindigen met belangrijke beschrijvingen der vele schadelijke zoo wel, als fraaije diersoorten, (slangen, vogelspinnen, vlinders enz.) die men op St.
Catharina vindt.
Wij verzellen nu den Reiziger van Brazilië op zijne vaart om de stormachtige Kaap Hoorn, (niet Horn; onze le maire gaf het den naam naar de Hoofdstad van Westvriesland); men doet het Paasch - eiland niet aan, en ver- | |
| |
toeft eerst te Nukahiwa, het voornaamste der Washingtons - eilanden of Nieuwe Marquesas, 't welk zich van verre zeer kaal, woest, en zelfs vulcanisch voordeed - Vruchtbare dalen, nogtans, vindt men binnen in het land, maar het schijnt of gebrek aan nijverheid de inwoners vaak aan hongersnood blootstelle, welke hen, ter stilling van hunne behoefte, zeer dikwerf tot het afgrijsselijkste aller hulpmiddelen, tot het verslinden hunner natuurgenooten, ja hunner vrouwen en kinderen (bij gebrek aan vleesch der vijanden) aanport. Breedvoerig zijn des Schrijvers aanmerkingen over het menscheneten, waarvan hij vier oorzaken opgeeft: nood, belustheid, verkeerd medelijden met grijsaards, enz. en wraakzucht. Vernederend voor de menschheid, en bijna beslissend voor het akelige stelsel van hobbes, zou het zijn, wanneer des Heeren langsdorff's gestelde, dat schier alle volkeren der Aarde zich aan deze wandaad hebben schuldig gemaakt, ook maar eenigzins doorging; dan, zijne bewijzen van eenige ruwe volkeren op de meesten te willen toepassen, is geene redenering, die steek houdt. Eenige derzelven worden zelfs door den verdienstelijken Vertaler naar behooren te regt gewezen, (bl. 226.)
Twee Europeërs vonden de Reizigers op Nukahiwa; den Engelschman roberts, en den Franschman cabri. De laatste was geheel verwilderd, en had geheel de zeden des lands, waarvan hij eene inboorlinge getrouwd had, aangenomen, en ook zijne taal bijna vergeten; de eerste minder. Gelijk de Heer krusenstern zich in zijne berigten meer van den Engelschman bediend heeft, zoo meende langsdorff daarentegen den Franschman, die wel woester, doch juist daarom ook meer met den geest der inboorlingen doordrongen was, tot zegsman te moeten gebruiken. Vandaar eenig verschil tusschen beider opgave, b.v. dat, volgens langsdorff, de moeders hare kinders zogen, dat er huwelijksverbindtenissen en ijverzucht onder de eilanders plaats vinden, hetgeen krusenstern zoo niet heeft.
| |
| |
Langsdorff begroot de bevolking van Nukahiwa op ten minste 18,000 zielen, (krusenstern op 12,000.) De mans zijn groot en welgemaakt. Onder andere trok zekere mau - ka - u, of mufau, de aandacht, die zes voet en twee duim Parijsche maat lang was; en volgens de evenredigheid der deelen, door den Heer tilesius opgenomen, vond de Heer blumenbach te Göttingen, dat deze wilde Nukahiwer met den Appollo van Belvedere in evenredigheid en betrekkingen volkomen overeenstemt. Volgens de eenparige getuigenis van roberts en cabri, was een naburig Opperhoofd nog een hoofd grooter, en dus ten minste zeven voet lang. De aanzienlijker vrouwen binnen in het eiland, die zich maar zeer zelden vertoonen, om hare blanke huid niet aan de zon bloot te stellen, zijn kloek, vrij schoon en zedig; de gemeene, daarentegen, en de meisjes, klein, zwakkelijk, zonder houding, met een zwaar onderlijf en een' slependen gang. Geen wonder! zij waren de liederlijkste en ontuchtigste wezens, die men bedenken kan. Bij hare komst op het schip hielden zij, hare vaders, broeders en minnaars, niet op, zich om strijd aan de schepelingen aan te bieden; het wordt zelfs voor een ongehuwd meisje schande gerekend, geene minnaars gehad te hebben; hare waarde rijst, naar evenredigheid van het getal harer begunstigde minnaars. De kleur is bijna zoo blank als die der Europeërs, althans bij de fatsoenlijke vrouwen; bij het schaamtelooze gemeen bruiner, doordien het bijna naakt loopt. Echter heeft ook zelfs deze klasse van menschen eenig gevoel van schaamte en eerbaarheid; de meisjes, die naar het schip kwamen en zich aan elken matroos aanboden, waren echter verlegen, wanneer zij de geringe bedekking harer schaamdeelen door het zwemmen verloren
hadden, en men zag er dan menig eene in de houding der Venus van Medicis.
De tatuëring, of het kunstig beprikken der huid, is nergens tot zulk eene hoogte van regelmatigheid gebragt, als hier en op de naburige eilanden. Het is eene wijze van opschik, die zich naar den welstand der ingezetenen re- | |
| |
gelt, en de plaats der staatsiekleeding vervangt. Er zijn eigene tatueerders, even als bij ons kleedermakers; hunne belooning bestaat in een varken, het éénige vleesch op het eiland, hetwelk men eet, behalve menschenvleesch. Eigenlijken Godsdienst en Regeringsvorm vindt men er niet; nogtans hebben de Nukahiwers wel degelijk denkbeelden van bovenmenschelijke en onzigtbare magten, van wezens uit het Geestenrijk, die den mensch kunnen benadeelen. Zij hebben ook menschen, die men priesters of toovenaars zou kunnen noemen, en die in sommige gevallen veel invloed hebben. Hun ontzag voor onzigtbare wezens is in alles blijkbaar; de Reiziger noemt eenentwintig telkens voorkomende onderwerpen of bedrijven op, die tahbu, d.i. op den duur of in enkele gevallen verboden (sacra) zijn, zoodat men die, op straffe der Geesten, niet mag verrigten of aanroeren. Staatkundige oppermagt vond de Heer langsdorff niet, maar wel den meerderen invloed van rijkdom, die hier in broodboom-, kokos- en banaan-bosschen bestaat. Deze invloed doet zich ook kennen in de weldadige gewoonte, dat, in jaren van gebrek, de voornaamste ingezetenen hunne hongerige landgenooten aan opene tafels spijzigen; de dischgenooten laten zich met een teeken van dit meel tatuëren, en zijn dan ook verpligt, om, wanneer zij kunnen, in een' volgenden hongersnood hunne behoeftige broeders te voeden. - Bij het huwelijk van een' voornamen man heeft elk der bruiloftsgasten het regt, om, met toestemming der bruid, de vermaken van den eersten nacht met den bruidegom te deelen. De veelwijverij is geoorloofd, doch de Monogamie
meer in gebruik. Zeer veel zorg draagt men voor de lijken der overledenen. De besnijdenis heeft plaats op Nukahiwa, meestal in de jaren der manbaarheid. Ieder mag deze bewerking verrigten, behalve den vader. De besnijder wordt op varkensvleesch onthaald, en bekomt bij zijn vertrek een zwijn tot belooning Hier en overal schijnt zuiverheid de bedoeling. (Het is merkwaardig, dat die gewoonte ook op Madagascar plaats heeft, waar de besnijder voor ieder kind
| |
| |
een' os bekomt, doch ook voorheen de voorhuiden moest opeten. Zie malte - brun, Annales des Voyages, T. II. Cah. IV. p. 33.) De Nukahiwers hebben ook muzijk; doch dof en eentoonig zijn hunne liederen, hebbende veel overeenkomst met het kyrie eleison en de hora's. Sterk verschilt de vertaling van een hier medegedeeld gezang dezer Wilden, volgens gabri en volgens den Schrijver. Liefst, echter, zouden wij op de echtheid van eerstgemelde vertrouwen, daar iemand toch niet ligtelijk in tien dagen genoegzame kennis eener geheel vreemde taal kan bekomen, om een' geheel genationaliseerden inwoner te verbeteren; ook geeft cabri's opgave eenen beteren, maar ook afgrijsselijken zin. Het is een feestzang bij het braden der gevangenen!
Van Nukahiwa vertrekkende, voer men het eiland Owaihi voorbij, welks inwoners den Reiziger voorkwamen, in ligchamelijke voordeelen zeer ongunstig bij de Nukahiwers af te steken; doch, volgens later door hem ingewonnen berigten, is de beschaving aldaar, door den omgang met de Amerikanen, die er veel handel drijven, onbegrijpelijk sterk gevorderd. De Koning tomoomo heeft hierin de meeste verdienste. Hij kent reeds de waarde van het geld, ja deelt reeds in den activen handel tusschen de N.W. kust van Amerika en China. De Engelsche taal is er, benevens Europische zeden, reeds ingevoerd; doch van hoogere beschaving der ziele, door reine zedekunde en Godsdienst, vernemen wij niets. Van Owaihi vertrekkende, kwam men gelukkig in de Peters- en Paulus-haven op Kamschatka aan, en vertrok, na eenig verblijf aldaar, naar Japan, waar wij den Schrijver in het volgende Deel hopen te ontmoeten.
Wanneer men zegt, dat de Vertaling dezer belangrijke en onderhoudende Reize door den Heer stuart bewerkt is, behoeft men niets meer ter aanprijzing. Zijn Eerw. heeft het echter niet alleen bij eenvoudige overbrenging laten berusten, maar hier en daar zijnen arbeid verzeld doen gaan van aanteekeningen en ophelderingen betrekkelijk de
| |
| |
kennis van menschen en landen, waaronder menige teregtwijzing van belang gevonden wordt. |
|