genoeg éénigen Man in dit vak; maar willen echter den Lezer, en den zoodanigen vooral, die zich opgewekt mogt voelen, hem in deze soort van volksboekjes na te volgen, opmerkzaam maken op het een en ander, dat men den meester, maar niet iederen leerling, om het menigvuldige goede, gaarne vergeeft. Hier en daar schijnt ons de beärbeiding wat al te vlugtig, en is het alsof deze en gene bijzonderheid den Schrijver zij ontsnapt, en hij zijn geschrijf voor het minst niet behoorlijk hebbe nagezien. Zoo is het b.v. hier duidelijk, dat het aanzienlijk kapitaal, in Suriname achtergelaten en op zijne verkochte goederen gevestigd, om eerst in tien jaren af te lossen, niet zoo aanstonds na de tehuiskomst van den Heer blaauwkool, door het verongelukken der twee schepen, waarin hij zijne overige bezitting geladen had, kon verloren gaan; hij bleef dus nog een vrij gegoed man: dit schijnt den Schrijver ontslipt. En, om iets van eenen anderen aard aan te stippen, hoe doelmatig ook de melding van den onkundigen Westindischen geneesheer, die iedere ziekte door braakmiddelen genezen wilde, wezen moge, is toch de toon, waarop hij blaauwkool's waardige vrouw alles, wat zij in de maag had, maar met dat alles ook hare ziel, laat uitwerpen, en geheel die voordragt, waarlijk te koddig, dan dat zij bij iets zoo ernstigs geduld kan worden. - Het vertrouwen op God, en het hartelijk gebed, kan niet te sterk in deszelfs vruchtbare en altijd zalige gevolgen worden aangedrongen; en wij geven den Heere salzmann gaarne toe, dat zoodanig gebed dikwijls zigtbaar verhoord wordt; maar, dat op blaauwkool's vertrouwen op God, als hij zich in ongelegenheid bevindt, altijd eene als 't ware onmiddellijke en oogenblikkelijke hulp komt, is voor misduiding vatbaar; en het zou, dunkt ons, der volkomenheid van dit volksboekje
geenszins hinderen, ware dit (zoo als toch dikwijls in het werkelijke ieven het geval is) nu of dan niet gebeurd, en echter ook in die gevallen de dierbaarheid van het gebed, en het goede en vruchtbare van het vertrouwen op. God, den Lezer even duidelijk gebleken. Salzmann's gezegde: ‘Bevindt zich de zieke in eene goede gemoedsgesteldheid, heeft hij kennis aan God, en heeft hij zich beijverd om als een regtgeaard kind 's Vaders wil te doen, dan heeft hij geene toebereiding ter dood noodig; zijn geloof overwint de doodsvrees. Of, heeft hij, zonder God, naar zijnen zinnelijken