en met dezelven Tractaten te sluiten en handelbetrekkingen aan te gaan.
Achter dezen eersten togt van pike, met welken dit Deel aanvangt, is van hem gevoegd een nader ‘verslag wegens den grond, oevers, wegen, gewassen, eilanden, stortvloeden, zamenloopende rivieren, bergen, velden, wilde volken en etablissementen, welke ik, gedurende mijne reize langs de Mississippi, van St. Louis tot aan deszelfs (hare) bron, gezien hebbe.’ Vervolgens ontmoeten wij nog 's mans ‘waarnemingen betrekkelijk den koophandel, de inzigten en de staatkunde der Engelsche Compagnie van het Noordwesten.’
Een tweede togt, dien wij ook in dit Deel geboekt vinden, werd van pike ondernomen ingevolge de bevelen van het Departement van Oorlog, om de binnenlanden van Louisiana te onderzoeken, en de grenzen tusschen dat gewest en het naburige Nieuw Mexico, of wel tusschen dit gedeelte der Amerikaansche en naastgelegen Spaansche bezittingen, te bepalen. Te dezer gelegenheid doorkruiste hij het land der Osages Panis en andere natiën, omtrent de rivier of hare bijtakken zich onthoudende; zwerft veelal langs ongebaande en moeijelijke wegen, somtijds over bergen en rotsen, van de boorden der eene rivier naar die der andere, tot dat hij ten laatste, in den waan van aan de roode Rivier gelegerd te zijn, door een detachement. Spanjaarden ontdekt wordt bij de Noordrivier, en, door hen overrompeld, opgezonden wordt naar Nieuw Mexico; met welke gebeurtenis dit Deel en 's mans tweede togt eindigt.
Daar beide deze reizen van pike, de eerste in 1805 en 1806, de andere in 1806 en 1807 gedaan zijn, treffen wij hier de nieuwste berigten wegens deze schaars bezochte en schier te eenemaal onbekende wereldoorden aan; en, vermits elk derzelven bij invallenden winter en strenge vorst, zoo goed mogelijk, wierd doorgezet, behoeft naauwelijks gezegd te worden, met hoeveel ramps en gevaren van onderscheiden aard de Majoor, en zijn niet talrijk reisgezelschap, heeft moeten worstelen. Met goed regt daarom ge-