Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1813

[p. 144]

Wintervermaak voor Kinderen van verschillenden ouderdom, die zich en hunne Medgezellen willen verlustigen, bestaande in Kunststukjes, enz. enz. Naar het Hoogduitsch. Te Amsterdam, bij J. Tiel. In 8vo. 125 Bl. f :-14-:

Hoewel er reeds zoo veel van allerlei aard voor kinderen geschreven werd, is iedere nieuwe bijdrage den kleinen nog altijd welkom, en eene verzameling, als thans voor ons ligt, verdient door den kindervriend niet over het hoofd gezien te worden. De kunststukjes, waarvan de titel gewaagt, zijn 46 in getal, en meestal van dien aard, dat een eenigzins handig jongsken dezelve zich gemakkelijk eigen maakt, en met weinig kosten en zonder vrees voor nadeel zich en zijn gezelschap er mede vermaken kan. Daartoe worden ook 13 onderscheidene gezelschapsspelen voorgesteld, waarachter eene opgave van niet onaardig gekozene straffen voor de genen, die pand verbeurd hebben. Deze spelletjes kunnen de kleinen vermaken, en er is een en ander onder, dat tevens niet onleerzaam is. Nu volgen een aantal raadsels en charaden, met de oplossingen; voorts anekdoten om te lagchen, en fabelen. Van de laatste rubriek geven wij de volgende ter proeve:

De honigbij en de paardenvlieg.

Eene Paardenvlieg was eens aanschouwster van den arbeid der Bijen. ‘Hoe!’ begon zij eindelijk te brommen, ‘wat is dit toch een stijf, gedwongen, langzaam werk? - Waartoe is het nuttig, alles zoo af te passen, zoo zorgvuldig te verdeelen, en zoo rein te maken? - Gij zoudt tienmaal meer uit kunnen vliegen, in den tijd, die hier met onnoodige orde verloren wordt.’ - ‘Stoor mij niet, vriendin,’ antwoordde de Bij; ‘zonder orde te werk te gaan, schijnt wel te vorderen, doch het is op het einde het grootste tijdverlies. Maar hij heeft de helft van zijnen arbeid gedaan, die zich aan orde gewent.’