of uit boeken, maar door voorbeeld, dat alle klassen, waarin de schole verdeeld is, altijd bezig houdt! En zie hier juist het raadsel opgelost, waarom nog vele scholieren zoo weinig voordeels trekken uit hun aanhoudend schoolgaan, omdat, zelfs in de beste scholen, nog zeer veel van dit albevattend antwoord ontbreekt. Neemt dan gij allen, die onderwijzers zijt der jeugd, eerwaardig door uwen stand en door uwe pligten, - zoo wel gij, die lagere en aanzienlijker klassen van scholieren van meerder of minder getal in het openbaar onderrigt, als gij, die huis-opvoeders en opvoedsters zijt van beiderlei geslacht, - neemt gij allen dit boek van lankaster in handen, beoefent het ernstig, brengt het nuttige daaruit over tot uwe plaats van onderwijs, en gij zult daarvan den rijksten zegen oogsten!
De zoo even genoemde zeer ervarene leermeester deelt ons in het hier boven aangekondigd werk een uitvoerig berigt mede van den aanleg zijner schole, welke bestemd is om 800 jongens en 200 meisjes, onder zijn hoofd-opzigt, te onderwijzen. Wij zullen hetzelve in korte stellingen overnemen.
De voorname grond, waarop de inrigting zijner schole berust, is de waarneming, dat de heerschende trek in het karakter der jeugd eene bijkans onweêrstaanbare zucht is tot werkzaamheid. Hij geeft aan dezen trek eene goede rigting, houdt alle scholieren altijd en aangenaam bezig met tijdbesparing, en werkt daardoor te gelijk op de vermeerdering van kennis en op het hart. - Zijne school is voor het leeren der letters, het spellen, lezen en schrijven, verdeeld in 8, en bij het cijferen in 12 klassen. Het een en ander wordt onderwezen in zand, op bordpapier en op leijen. Bij elke klasse is een opziener, uit de best gevorderde en verdienstelijkste leerlingen gekozen, die zorg draagt, dat de eene knaap den ander goed onderwijst. Men begint van het eenvoudige, gaat voort tot het zamengestelde, en eindigt met proeven uit het hoofd of voor de vuist. Langs dezen weg is niet één boek in gebruik; alles geschiedt door zinnelijke aanwijzing of voorbeeld. - Even eenvoudig is het bestuur zijner schole, als zijnde in handen van éénen algemeenen leeseoordeelaar en van de onderwijzers van elke klasse, die aan hem zijn ondergeschikt, en vindt zijnen steun in den naijver, opgewekt door openbare belooning, welke bestaat in het dragen van een lederen blad of