Ga dan, op den weg van 't leven,
Stap voor stap; schuw sneller loop:
Schoon u alles moog' begeven,
Vindt ge uw voedster in de Hoop.
Ja, zij zal de hand u bieden.
Wat uw wenschen moge ontvlieden,
Wend van haar u nimmer af:
Zij zal, u het beste spellend',
Stap voor stap u vergezellend',
U geleiden tot aan 't graf.
Het stukje, Aan Charlotte, geteekend j.v.n., kunnen wij niet naar behooren reciteren; en wij zetten dit den bekwaamsten in de kunst! - Een weinig vreemd kwam ons hier het bekende versje van vondel, op de uitvaart van mijn Dochtertje, te voren, aan het einde geteekend J.v.V., alsof het, even als de andere, door den Dichter zelven ware ingezonden. - Aardig vinden wij den pligt der Vrouwe in dezer voege uitgedrukt: ‘De schepter des Huwelijks is, in het oog van elke Bruid, de herders-staf uit gessner's Idyllen: maar zij bedenkt niet, dat die zelfde staf dient, om het schaap, dat ter zijde wijkt, met eene kluit te begroeten en tot zijnen pligt te brengen.’ - De Gravin van Saulx, Romance, naar het Fransch van moncrif, is ons, bij vergelijking, gebleken, eenige zwakke regels uitgezonderd, niet kwalijk bewerkt te zijn; dan, in een' Almanak der Musen en Gratiën, wenschten wij eene gratieuser uitvoering en naauwkeuriger correctie. Ten bewijze voetstoots een paar regels: ‘Zie daar de bekoo(o)rende hoedanigheden, waardoor eene Schoone allen (alleen) aan de (den) Man behagen kan,’ enz. Ook is de versregel bl. 27. reg. 5. een voet te lang.
De Plaatjes zijn dit jaar ongemeen fraai.