Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1812
(1812)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 669]
| |
Petersburg.Petersburg, met al deszelfs statelijke paleizen en vergulden koepels, ligt in het midden eens wouds, zoo wild en woest als een eenig in het Noorden. Het vertoont eene verwonderlijke schilderij van hetgeen vermogen en genie kunnen tot stand brengen. Onashankelijk van kunst, is de Newa deszelfs eenig sieraad; een doodsch, zandig, vlak land, bedekt met kreupelhout, omringt het van allen kant; eenige weinige ellendige hutten, op hetzelve opgeslagen, voltooijen het tooneel. De groote peter zag niet naar de schoonste, maar naar de geschiktste plaats voor de bouwing zijner hoofdstad: zijn doel was alleen handel. Petersburg is de marktplaats voor zee-, Moskow voor land-handel. - De stad Petersburg is niet verwardelijk door elkander gesmeten; zij breidt zich uit gelijk de vlerken van haren Keizerlijken adelaar. Het aanzienlijkste gedeelte staat op het vaste land en op de zuidelijke oevers van de rivier de Newa; het tweede deel bestaat uit hetgeen men Oud-Petersburg noemt, en is gelegen op verscheiden eilanden naar de noordelijke oevers; het derde op Wilhelms-eiland, midden in den Newa-stroom, tusschen de twee anderen. Deze prachtige rivier, het geheel in haren loop hebbende omvat, stort zich uit in de golf van Finland, oumiddellijk beneden de stad. De oude stad, oorspronkelijk op één eiland gebouwd, dat derzelver naam draagt, strekt zich thans over verscheiden kleinere uit; zij is zeer onregelmatig aangelegd, en bestaat voornamelijk uit houten huizen: hier echter vindt men de eerste voorwerpen, die de aandacht tot zich trekken - de Citadel, in welke is de Kathedraal- of hoofdkerk, een fraai bouwwerk, met zijn vergulden naald en torentjes, wier flikkerende grootheid het oog op eenen aanmerkelijken alstand treft, en de geheiligde plaats aanwijst, waar de overblijfselen van peter I, en zijne Keizerin, de | |
[pagina 670]
| |
Lijflandsche dorpelinge catharina, rusten. Dit is het Russische Mecca. - Van Oud-Petersburg komt men, langs eene schipbrug, op Wilhelms-eiland. Op de noordzijde, en regt tegen over de oude stad, zijn de kaaijen der kooplieden, de Bank, het Konvooi en de pakhuizen. In de rivier, tusschen Oud-Petersburg en Wilhelms-eiland, liggen al de vaartuigen, die de voortbrengsels van Rusland afvoeren naar Kroonstad in de grootere zeeschepen, die Petersburg niet kunnen naderen, het kanaal aan den mond der riviere eng en ondiep zijnde. Op dezelfde wijze brengen de schuiten alle ingevoerde goederen van Kroonstad aan, dezelve aan het Konvooi lossende, om den impost te verzekeren. De zuidzijde van Wilhelms-eiland ligt regt tegen over de nieuwe stad; en hier vertoont zich eene prachtige rij van huizen, onder welke zijn de Keizerlijke Akademien en het Museum. De Keizerlijke Akademie der Wetenschappen is een groot gebouw, en rijkelijk begiftigd tot deszelfs onderhoud. Het Museum ligt op de hoogste en oostelijke punt van Wilhelms-eiland, tegen over het Keizerlijk paleis, op het vaste land, ten zuiden, en de Citadel ten noorden. De westpunt van dit eiland reikt tot aan den mond der Newa. Het Museum is een klein pakhuis, bevattende stalen der onderscheidene voortbrengsels van het rijk. Dit wereld-gebied levert een Museum op zichzelve; evenwel zijn geene kosten gespaard om de verzameling met allerlei belangrijk voortbrengsel van andere landen te voltooijen. Hier vinden de natuuronderzoeker en de koopman een gelijk vermaak: de een ziet, met verrukking, de goud-, zilver- en lood-aderen in den oorspronkelijken erts; de ander berekent, hoe veel een honderd pond gewigts aan zuiver metaal zal opbrengen. Het Kadetten-korps of de Akademie van Oorlog, voorheen het paleis van Prins menzikoff, ligt tusschen de Akademie der Wetenschappen en het Museum. Het is de kweekschool van jonge krijgslieden, de zoons van den grooten en kleinen adel; en uit deze kweekschool van Mars worden de officiers voor de armée genomen. Het paleis van Prins menzikoff werd tot deszelfs tegenwoordig gebruik ingerigt door Graaf munich. Er zijn een aantal gebouwen aan verbonden, tot gerijf der jonge heeren. Uitgezonderd deze rij van gebouwen op de boorden van | |
[pagina 671]
| |
de Newa, en nog eene straat, bestaat dit gansche kwartier der stad uit houten huizen: deze zijn zeer regelmatig gebouwd, in straten, elkander met regte hoeken snijdende: grachten loopen langs het midden dier straten; doch, ten gevolge der effene vlakheid van den grond, bederft het water in dezelven, gedurende de zomerhitte, en wordt schadelijk. Eene schipbrug gaat over de Newa, tegen over het Kadetten-korps, vormende eene gemeense op van Wilhelms-eiland met het groote kwartier der stad op het vaste land. Langs deze brug wandelende, ziet men van voren het ridderlijke standbeeld van peter I, hetgeen op den tegenoverzijdschen oever der riviere is opgerigt; het paard, op den top van eene rots majestuens overeind staande en met de voorpooten als in de lucht krabbende.... het schijnt te weten, wie hem berijdt: ‘Het riekt den strijd van ver; zijn snuiven baart ontzetting.’ Rondom het standbeeld bevinden zich altijd ettelijke Russen, vergezeld van eenen levensberigter. Men kan, zonder eenige kennis der tale, uit de gebaren van den redenaar en zijner toehoorders opmaken, wanneer hij de nederlaag te Narva, of de overwinning te Pultowa vermeldt. Zij voegen er in hunne redevoeringen bij, dat peter stond op deze zelfde rots, welke nu zijn beeld draagt, toen hij de Zweedsche armée van het slagveld zag vlugten. Aan de regterhand van het standbeeld, en ten oosten, vindt men de Admiraliteit en de open plaatsen rondom het Dok, en onmiddellijk voorbij dezelven het Keizerlijk paleis. Op dit oogenblik (Maart 1790) staan twee oorlogschepen van den eersten rang, onder de ramen van het paleis, op stapel. Van de naald van de Admiraliteit loopen al de straten, als stralen uit het middelpunt van eenen cirkel, uit. De voornaamste straat is de rij van gebouwen, welke op de Newa uitziet, tot eene uitgestrektheid van tusschen de drie en vier Engelsche mijlen: de oever, op dezelfde lengte, is geplaveid met granietsteen, hebbende eenen ringmuur, en een voetpad van dezelfde stof. Aan de uiteinden dezer schoone straat, de groote Million genaamd, en die, den loop der Newa volgende, een' zeer grooten stompen hoek vormt, is een kanaal gegraven dwars door het land, den grondslag van dezen hoek uitmakende, en de stad op het | |
[pagina 672]
| |
vaste land naar het zuiden omringende; zoodat dit kwartier geheel is ingesloten, door de Newa van de eene zijde, en dat kanaal van de andere, langs eene uitgestrektheid van over de acht mijlen; de geheele oever is met granietsteen bestraat, hebbende graniet-steenen ringmuren of ijzeren Ieuningen. Over deze kanalen zijn ophaalbruggen aangelegd, insgelijks van granietsteen gebouwd. Het kwartier, buiten dit kanaal gelegen, mag de voorstad heeten: de huizen zijn meestal van hout, daar de huizen binnen het kanaal meestal van gebakken steen, gepleisterd en met allerlei kleuren beschilderd zijn. Geen houten huis wordt toegelaten herbouwd te worden binnen het kanaal, dan van steen; en de nieuwe zal welhaast de oude stad ter poorten uit drijven. Tusschen deze nieuwerwetsche gebouwen, steken de Russische kerken overal hare aloude torentjes op. De Russen houden den vorm van den omtrek hunner kerken even zoo heilig, als de vormen van hunnen godsdienst daar binnen. De daken zijn gedekt met tin, en verscheidene derzelven verguld. Er zijn in Petersburg drie Keizerlijke paleizen. Het paleis naast de Admiraliteit, waarin Hare Keizerlijke Majesteit (catharina II) resideert, is een prachtig gebouw van overpleisterden baksteen, en aan hetzelve hecht zich eene lange reeks van gebouwen, op de Newa uitziende, die het bijzonder Tooneel van het Hof insluiten. - Het marmeren paleis is opgetrokken van den steen, die het dezen naam geeft. De Architect heeft, hetgeen het achterste had behooren te zijn, tot den voorgevel gemaakt van dit schoone gebouw, dat zichzelv' over zijne houding schijnt te schamen. - Het derde is het zomerpaleis, van zwaar hout gemaakt, en echter het regelmatigste en bevalligste. Het is geplaatst in de zomertuinen, op de oevers van de rivier, en vormt inderdaad een aangenaam verblijf. De Russische edelen, en zelfs de middel-rangen, zijn buitensporig in de pracht hunner huizen. In den Aziatischen stijl, zijn ze allen in vierkanten gebouwd; eene open plaats in het midden, waartoe een ingang door eene wijde poort. Met dezen smaak is vermengd de Grieksche en Italiaansche; en Corinthische, Ionische en andere sieraden zijn maar al te dikwijls opgehoopt op het gemeene bouwfel van | |
[pagina 673]
| |
baksteen en pleister. Het zou beter zijn, hunne huizen in eenen eenvoudiger stijl op te trekken; en de geringer uitgaaf zou de bezitters in staat stellen, dezelven béter te onderhouden. Niets ziet er zoo misselijk opgeschikt uit als een Corinthisch lijstwerk van pleister en vervallen. De nieuwe kerk naast het ridderlijk standbeeld wordt opgetrokken van het fijnst Siberisch marmer, en zal een der kostbaarste en schoonste gebouwen der wereld zijn. - Het paleis naast de Admiraliteit is gelegen op de punt van den hoek, welken de rivier vormt; en hier rolt de Newa hare golven rondom het verblijf van haren Souverein. Van deze plaats heeft men het grootscht mogelijk uitzigt: voor u, aan de andere zijde der riviere, is de oude stad, met hare Citadel en gouden naald; de huizen omringd of afgewisseld met bosschen. Wilhelms-eiland biedt een ander gezigt, van eene verschillende natuur: een bosch van masten, opgerigt vlak tegen over de straten: ter linker en regter hand is de groote Million, waar ieder huis van smaakvolle bouworde en bewoond is door den voornaamsten Russischen adel en heeren. De Admiraliteits - dokplaatsen breken deze prachtige straat af: zij begint weer ter linker hand, en ten westen van het ridderlijk standbeeld bij het raadhuis. Deze dokplaatsen zullen welhaast opgeruimd worden, en Kroonstad, eene voegzamer gelegenheid, daartoe ingerigt. De opening van het paleis tot het ridderlijk standbeeld en raadhuis zal aangevuld worden met gebouwen, en de groote Million zal dan eene aanhoudende reeks van smaak en luister zijn. | |
Kroonstad.Van de Baltische zee aan den oorsprong der Finlandsche golf komende, ziet gij voor u een klein, laag eiland, ten deele bedekt met bosschen, en aan het oosteinde de stad en sterkten van Kroonstad. Regt regen over dezelve en den ingang der haven, naar het zuiden, op een vierde mijls afstands, ligt de fortres Kroonslot, gebouwd op eene bank in zee. De grondslagen der fortres zijn verscheidene voeten onder water. Het kanaal, van Kroonstad naar de open golf voerende, is zeer naauw, hetgeen deszelfs sterkte uit- | |
[pagina 674]
| |
maakt. Eenige weinige schepen van linie zouden het tegen eene veel sterker magt kunnen verdedigen. De haven van Kroonstad wordt gevormd door houten en steenen hoofden, halfmaansgewijze voortloopende van den vasten grond des eilands: deze steenen dienen te gelijker tijd als bolwerken, en zijn beplant met een aantal zwaar geschut. De haven is verdeeld in drie groote afdeelingen: de meest westelijke is voor koopvaardijschepen, die in rijen naast elkander liggen, aan boven het water uitstekende palen vastgemeerd. De midden- en oostelijke afdeelingen zijn voor de Russische vloot geschikt. Van de middelhaven loopt een kanaal naar het midden van de stad, waar de Admiraliteit en dokplaatsen zijn aangelegd. De boorden van dit kanaal zijn bezoomd met graniet, en de dokken en hoofden zullen insgelijks omzet worden met dezelfde duurzame en schoone stof. De fortres Kroonslot is geheel uit de granietgroeven gehaald. De Russen zijn uit noodzakelijkheid prachtig in hunne openbare gebouwen: zij hebben geene andere stof voor zoodanige werken dan marmer, graniet en jaspis. Hunne paleizen zijn gebouwd van de twee eersten, en de binnenzijden zijn beschoten met agaat, jaspis en lazuur. Siberië levert eenen overvloed van kostbare steenen, en stelt de Russische Monarchen in staat, in luister te wedijveren met die Indiaansche Vorsten, het verhaal van wier pracht naar een' roman gelijkt. De Admiraliteit zal ieder gemak bevatten voor de officiers bij dezelve gebruikt wordende, zoo wel als barakken voor de officiers der vloot te Kroonstad liggende, die te allen tijd kamers en andere noodwendigheden, voor rekening van het gouvernement, hebben. Het geheel zal een der volkomenste en schoonste werken dezer eeuwe zijn. - De stad Kroonstad is vrij regelmatig aangelegd, maar bestaat meest uit houten huizen. Uitgezonderd eenige weinige gebouwen voor de receptie der officieren van het gouvernement, en voor de zeekadets, bezit zij geen ander sieraad dan hare haven. De verwijdering der Admiraliteit van Petersburg is in ieder opzigt noodzakelijk, om belang en sierlijkheid aan dit Russisch Plymouth bij te zetten. - De Finlandsche golf trekt zich zamen beneden Kroonstad, | |
[pagina 675]
| |
sluitende langzamerhand in een halfrond, naar deze haven en Petersburg gekeerd. De breedte der golf bij Kroonstad is omtrent vijftien mijlen, van den Carelischen tot den Ingermanlandschen oever. De eerste, ten noorden, biedt aan het gezigt niet dan donkere bosschen: Ingermanland, ten zuiden, is trotschelijk versierd met de paleizen Oranienbaum, Peterhof en Strelina, en een aantal verblijven van den adel. Oranienbaum ligt regt tegen over Kroonstad. Ik stapte in eene der booten, die hier over voeren: de winden vulden onze zeilen: de roetachtige wolken, aan den westelijken gezigteinder, dreigden eenen spoedigen storm De schippers trokken sterk aan den riem, om het land te winnen, voor hij ons bereikte. Wij waren juist de haven van Oranienbaum binnen gevaren, toen de orkaan rondom onze hoofden loeide. Eenige booten waren op dat oogenblik op den overtogt naar Kroonstad; zij waren door de onstuimige zee en de donkere lucht niet te zien, en ik bleef in schrikvolle onzekerheid omtrent het lot der passagiers. Het paleis Oranienbaum ligt op eenen rijzenden grond: de stad spreidt zich uit op den oever, nader aan zee; en de haven is op eene mijl afstands van beiden, doch heeft gemeenschap met haar, door middel van een kanaal, hetwelk tot den ingang van het park van het paleis reikt. - Dit paleis bestaat uit verschillende gebouwen, door galerijen aaneen verbonden. Van deszelfs top heeft men een treffelijk gezigt van den Oceaan met schepen bedekt, van Kroonstad en Petersburg. Het behoorde oorspronkelijk aan den beroemden menzikoff. De vertrekken zijn net, maar geven geen denkbeeld van een vorstelijk verblijf. De tuinen zijn klein, en in den oud-Hollandschen stijl: in dezelven is echter eene schoone plas, waar verscheidene lustjagten liggen. De rijzende gronden en wouden op alle zijden van dit meer geven hetzelve het aanzien eener scheepsreede door het land ingesloten, en gij ziet rond om te ontdekken, waar het met de zee gemeenschap hebbe. De stad Oranienbaum is eene verzameling van houten huizen, en bevat niets, der aandacht van eenen reiziger waardig. - Het paleis Peterhof, den naam van deszelfs grooten stichter dragende, ligt op eenen rijzenden grond, de tuinen zich | |
[pagina 676]
| |
uitstrekkende van het paleis tot den oever der zee. Het is een lang, smal gebouw, schoon voor den tijd, waarin het gesticht werd, sierlijk. Het bevat slechts ééne rij van vertrekken, maar dezen zijn fraai en grootsch. De tuinen zijn in den zelfden smaak met de overigen. - Ik kwam de diamant-molens te zien. Herwaarts worden gebragt de edele gesteenten, in Siberië en elders gevonden. Nabij Peterhof, en in het midden van een bosch, is een tuin, in den nieuwen Engelschen smaak aangelegd - eene waarlijk aangename plek; en, wanneer men de natuurlijke vlakheid van den grond overweegt, is het verbazend, wat kunst en smaak gedaan hebben, om haar te volmaken. Hier zijn flingerende beekjes, watervallen, over met mos bewassen rotsen springende, antieke bruggen, tempels, ruïnen en stulpen. - Te Peterhof begint de sierlijke weg, boven gemeld, en loopt voort van dit paleis tot aan de poorten der hoofdstad. De werst-palen zijn van zuilen graniet of marmer. De weg is zoo effen als een kaatsbaan: de afstand van Petersburg is zesen-twintig wersten, of achttien mijlen. Strelina-paleis ligt negen wersten van Peterhof, en zeventien van de hoofdstad. | |
De noordsche winter.Men heeft gezegd, dat de Noordsche winter het beste saizoen is voor de vervoering van koopmanschappen, van wege de onafgebroken effenheid der wegen over bevrozen land en water. Dit is in zoo ver waar; het bespoedigt de vervoering der goederen in sleden, van binnenlandsche streken naar de voornaamste steden, aan meren en rivieren gelegen, om in den zomer te water verzonden te worden naar de voorname handelplaatsen, als Petersburg, Archangel en Riga: doch de goederen zouden naar deze laatstgemelde havens, op eenen afstand van een of twee duizend mijlen, hoe effen ook de weg ware, te lande niet kunnen vervoerd worden, zonder de prijzen tot eene verbazende hoogte te doen stijgen. Het is alleen te scheep, dat de Russische handel met der daad kan gaande blijven. Petersburg wordt des winters te lande van voorraad voorzien; niet omdat de vervoering te lande goedkooper of gemakkelijker is dan die te water in den zomer; maar omdat | |
[pagina 677]
| |
de eetbare waren in geen ander saizoen veilig kunnen worden aangebragt. Een levend stuk vee kan geenszins ter markt gebragt worden voor dezelfde kosten, als geslagen en ingemaakt ter plaatse waar het gemest werd; en, behalve de reiskosten, zou het levend vee voedsel, bij deszelfs aankomst, vereischen. Geslagt zijnde, is koud weder het eenige saizoen, in een land waar de zomer zoo warm is, om de rompen versch ter markt te voeren, zoo wel, als om ze te zouten, en, tot voorraad voor het zomersche gebruik, in de kelders van afgelegen steden te brengen. Wild en visch in het bijzonder kan op geene andere wijze versch worden aangevoerd, van eenen afstand van vele honderd mijlen, dan in den bevrozen staat. Ik behoef er slechts bij te voegen, dat visch hier het voornaamste voedsel uitmaakt. De bevrozen markt te Petersburg is eene vreemdigheid, Rusland alleen eigen. Zij wordt niet gehouden op de rivier, maar in een der groote magazijnen of vierkanten in de voorsteden. Hier vindt gij eene zeer uitgebreide schilderij van dood leven .... eene soort van opstanding der viervoetige dieren. De boeren, die de verzameling aan de inwoners verkoopen, stellen de doode schepsels, van hunne huiden beroofd, op derzelver pooten, en in verschillende houdingen. De vreemdeling beschouwt er ook met verwondering eene tallooze verscheidenheid der gevederde schepping. Inderdaad een uitgebreid zoölogisch of dierkundig kabinet! Iedere kleur, met welke natuur de gepluimde bewoners van lucht en aarde gewoon is uit te rusten, ligt gestrooid rondom de voeten van den tirannischen mensch. Dit magazijn van verkoop in het groot voorziet de overige winkels in de stad, waar het ossevleesch wordt neêrgehouwen en bij de kleinste gedeelten verkocht. De visch, van eene grootte van naauwelijks twee duim lengte, tot den keurigen zalm en steur van drie tot vijf voet, ligt opgestapeld in bevrozen hoopen. |
|