digitalis purpurea, met een even gelukkig gevolg, waardoor hij aangespoord werd, om de beide bestanddeelen van tijd tot tijd te versterken.
Nu werd hij door gebrek aan maagsap verhinderd, om zijne proeven voort te zetten. Hij nam dan het besluit, om, in plaats van hetzelve, andere dierlijke sappen, bij voorb. kwijl, te nemen, en vermengde dit met het pulvis radicis scillae en de pomade. Het vermogen van dit middel op de afscheiding van het water was nog sterker, dan dat met het maagsap.
Hij nam nu vergelijkende proeven met andere ontbindende middelen, met het linimentum volatile, mucilaginosa, oleosa en andere soortgelijke vloeistoffen; dan de uitkomst beantwoordde niet aan de verwachting. Allen waren zij krachteloos, behalve het linimentum volatile, hetwelk eenig vermogen scheen te bezitten, om de werking der opslorpende vaten te versterken.
Soortgelijke proeven namen ook twee andere Italiaansche geneesheeren, namelijk Doctor ballerini in den omtrek van Mantua en Doctor benvenuti in Turin; die dezelfde uitkomst hadden.
De Heer brera keerde uit dien hoofde met spoed weder terug tot het gebruik van de kwijl, om, door middel van dezelve, bij een bleekzuchtig meisje opium te kunnen gebruiken, murias hydrargyri bij eenen venerieken, tartris potassae stibiat. bij galachtige ongesteldheden; aconitum napellus bij lijders, die door de jicht gefolterd werden.
Andere geneesheeren vooraf verwittigd hebbende van dit voornemen, keurden deze de uitvoering daarvan goed; onder welk getal de beroemde geneesheer locatelli mede voorkomt.
De Heer brera gelooft, dat men van deze uitvinding veel gebruik zal kunnen maken bij kinderen, en bij hydrophobici.