Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1812
(1812)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOpmerkenswaardige bijzonderheden, de landlieden in Schotland betreffende.(Vervolg en slot van bl. 122.)
Om het geluk en de deugd eener maatschappij van menschen op den regten prijs te waarderen, is er mogelijk geen enkel op zichzelve staande kenmerk, waarop men zooveel betrouwens mag stellen, als op den staat der | |
[pagina 222]
| |
gemeenschap tusschen de beide seksen. Waar deze vurigheid en verknochtheid aanduidt, vergezeld van zuiverheid van gedrag, rijst het karakter en de invloed der vrouwen in de maatschappij; onze onvolmaakte natuur klimt op de schaal van zedelijke volkomenheid, en uit de bron van deze enkele genegenheid vloeit een stroom van gelukzaligheid, welke, zich in duizend takken verspreidende, het veld des levens verrijkt en versiert. Waar de verknochtheid tusschen de beide seksen tot blooten dierlijken lust nederzinkt, nadert de mensch tot den staat der beesten, die vergaan. ‘Indien wij,’ zegt gibbon, ‘ons met veiligheid konden toegeven in de aangename veronderstelling, dat fingal leefde en ossian zong, zou men Schotland, uit die zangen beoordeelende, mogen aanmerken, als, in zeer vroege eeuwen, hoog in deugd en geluk gestegen.’ Der Schotten toestand, in onze dagen, naar dien zelfden maatstaf af te meten, zou eene kiesche en moeijelijke onderneming zijn. Na het overwegen van den waarschijnlijken invloed hunner volksliederen en nationale muzijk, en het nagaan, hoe verre te wachtene uitwerksels onderschraagd worden door daadzaken, zou het de taak des onderzoekers wezen, den invloed na te gaan van andere oorzaken, inzonderheid van hunne kerkelijke en burgerlijke instellingen, door welke het karakter en zelfs de zeden van een volk dikwerf, schoon in stilte en langzaam, echter krachtdadig gewijzigd worden. Uit dit oogpunt beschouwd, zal de kerkelijke inrigting in Schotland verondersteld mogen worden zeer gunstig te zijn voor de zuiverheid van gedrag. De ongebondenheid van zeden onder de Katholijke geestelijkheid, welke de Hervorming voorging en in zeker voege hervoortbragt, gaf aanleiding tot eene meer dan gewone striktheid van zeden bij de Hervormden, en bovenal in die bijzonderheid, waarin de losbandigheid der geestelijken der hoogsten trap beklommen had, - de verkeering der beide seksen. Te dezen aanzien, even als in | |
[pagina 223]
| |
alle andere bijzonderneden, welke met de strengheid van zeden in verband stonden, namen de leerlingen van calvijn eene grootere stiptheid in acht, dan die van de Protestantsche Episcopale Kerk. De straffe, wegens ongeoorloofde vleeschelijke gemeenschap tusschen de beide seksen, was door geheel Europa een stuk, hetgeen de kerkelijken op zich genomen hadden; en de Kerk van Schotland, welke ten tijde der Hervorminge afstand deed van vele magtbetooningen en voorregten, nam, te dien tijde, dit misdrijf onder haar bijzonder opzigt. Wanneer zwangerheid plaats grijpt buiten het huwelijk, strekt de toestand der vrouwe ter ontdekking; en het is uit dien hoofde, dat de geestelijken en ouderlingen der Kerke in de eerste plaats hunnen ijver tegen deze betoonen. Na een onderzoek voor den kerkeraad, wegens de omstandigheden haars misdrijfs, moet zij eene openbare straffe ondergaan, en de bestraffing van den predikstoel, drie opeenvolgende zondagen, hooren, in de tegenwoordigheid der gemeente, tot welke zij behoort. In dezer voege wordt hare ingewilligde zwakheid ten toon gesteld en hare schande uitgebazuind. Ten aanzien van den man, met wien zij te doen gehad heeft, gaat men eveneens te werk: maar hoe veel ligter is diens straffe! Schoon dus de instellingen der Kerke van Schotland, in vele opzigten, gunstig zijn voor een geregeld gedrag onder den boerenstand, en gegrond op bedachtzaam vooruitzigt, is, ten aanzien van het huwelijk, het tegendeel waar. Ongeregelde huwelijksverbindtenissen zijn, dit mag men natuurlijk veronderstellen, onbedacinzaam, bij welk een rang in de maatschappij dezelve mogen plaats grijpen. De kinderen, uit dezelve verwekt, schaars door hunne ouderen voorzien, treffen eene zekere mate van onderwijs, gemakkelijk te verkrijgen, aan: maar, de aangenaamheden des levens te verwerven, of aan de prikkelingen der eerzucht te voldoen, is in hun geboorteland van eene veel bezwaarlijker natuur; en dus strekken de huwelijkswetten van Schotland, gepaard met andere | |
[pagina 224]
| |
oorzaken, om die hebbelijkheid te verkrijgen van uitlandigheid, en boezemen een geest in van het geluk elders te zoeken, bij de Schotten zoo algemeen. Het voorkomen en de zeden der Schotsche boeren doen een vreemden niet verstaan de maat van hunne beschaving. In hun eigen land is hun vlijtbetoon minder, dan dat der lieden van denzelfden stand in het zuidelijker gedeelte des Eilands. Nuttige kunsten, en wat daaraan paalt, bereikten Schotland later dan Engeland; en, schoon derzelver voortgang aldaar snel geweest hebbe, zijn de uitwerkfels, daardoor voortgebragt, en in der daad en in het uiterlijk aanzien, veel minder dan in Engeland. De Schotsche landbewoners bezitten, over 't algemeen, noch de middelen, noch den overvloed, die hunnen naburen ten deele valt. Zij leggen dezelfde hoofdsom niet in landerijen, en ontvangen gevolgelijk zoo veel niet van dezelve. Hunne kleeding, hun voedsel, hunne woningen zijn meest overal minder. Hun voorkomen stemt, te dezen aanzien, overeen met het gelaat van het land, 't welk zij bewonen. Dan, onder de werking van geduldig vlijtbetoon, staat dit alles op een beteren voet te komen. De achterlijkheid van Schotland, in gemelde opzigten, is daaraan toe te schrijven, dat de zekerheid van eigendom aldaar later standgreep. Bij de oorzaken van inwendige woeling en oorlog, gelijk aan die plaats grepen bij de meer zuidelijke bewoners van dit Eiland, vonden de Schotten zich blootgesteld aan meer onmiddelluke kwellingen, aan uitgebreider en vernielender berooving, door oorlog van buiten. Onledig gehouden door het handhaven hunner onafhankelijkheid tegen hunne magtiger naburen, werden de kunsten des vredes daaraan opgeofferd, en in sommige tijdperken de bloem der manschappe. - Wanneer de vereeniging der Kroonen eene gerustheid schonk van oorlog met Engeland, veroorzaakten, in de volgende eeuw, de burgerlijke oorlogen, gemeen aan beide de verdeelingen des Eilands, en de afhanke- | |
[pagina 225]
| |
lijkheid - misschien noodige afhankelijkheid - des Schotschen Baads van dien des magtigen Koningrijks, eene tegenwerking dier voordeelen. Zelfs de vereeniging der Britsche nariën ging, uit hoofde van zeer ligt begrijpbare oorzaken, niet onmiddellijk gepaard met alle die voordeelen, om welke te bezorgen dezelve was ingerigt. In 't einde, echter, bespeurde men dezelve, en zij werden algemeen erkend. De eigendom werd verzekerd, de handwerken nevens de koophandel namen toe, en de landbouw maakte vorderingen. Nogtans vinden de landlieden, over 't algemeen, zich niet in staat, om, even als in Engeland, verbeteringen in hunne eigene goederen te maken; maar de landbezitters, die de v ordeelen, daaruit ontstaande, gezien en opgemerkt hebben, brengen het hunne daaraan rijkelijk toe. Te dezer oorzake neemt de landeigendom en de volkrijkheid in Schotland toe; en het volk, voor een groot gedeelte de zegeningen van een EngelschmanGa naar voetnoot(*) bezittende, en vele van de eigene gelukkige instellingen behoudende, mag, zoo verre menschelijk vooruitzigt reikt, aangemerkt worden in eenen vorderenden stand zich te bevinden. Nogtans staan er verscheidene hinderpalen in den weg. Tegen het bebouwen van den grond zijn aangekant de uitgestrektheid en de stiptheid der gevorderde belastingen; tegen de verbetering des volks, het schielijk toegenomen gebruik van sterken drank, 't welk in de gevolgen zwanger gaat van natuurlijk en zedelijk kwaad. De bijzondere, tot de gezelligheid neigende. geaardheid der Schotsche landlieden stelt hen te meer bloot voor dit misbruik van den drank. Deze geaardheid, welke aangekweekt wordt door hunnen nationalen zang en muzijk, is misschien het kenmerkende des volks over het geheel. Schoon dit de bron opene van vele geneugten, werkt het, in de | |
[pagina 226]
| |
gevolgen, tegen 't geen anderzins hun geduld, vlijt en spaarzaamheid zouden daarstellen. Sints de Vereeniging hebben de zeden en de taal der inwoneren van Schotland niet langer tot onderscheidende teekens gestrekt; allengskens zijn zij gelijk geworden aan het volk, waar men de Schotten in overbragt. Schoon zij zeer noode van hebbelijkheden veranderen, is het openbaar, dat taal en zeden eene schielijke verwisseling ondergaan hebben. Zelfs de landlieden heden ten dage schijnen minder van de bijzonderheden hunner landsprake behouden te hebben, dan de lieden van letteren in den laatsten tijd. De Schotten steken uit in de sterkte van voorkeuze, welke zij aan hun land geven. Die voorkeuze is onder de volken der aarde vrij algemeen; en heeft men opgemerkt, dat de vaderlandsliefde in bergachtige landen algemeener en werkzamer gevonden wordt dan in vlakkere gewesten: de noodwendigheden des levens vorderen eene naauwere vereeniging der inwoneren; en dit te meer, omdat, in dusdanige streken, de inwoners, schoon min volkrijk dan in vlakkere oorden, waar het volk overal verspreid is, doorgaans in kleine gemeenschappen verdeeld zijn, aan de kanten der vruchtbare valleijen, of aan de oevers der rivieren: omstandigheden, wonder wel geschikt om op te roepen en te bevestigen de gezellige genegenheden, te midden van een landrooneel, 't welk sterk op het gezigt werkt en een duurzamen indruk op de geheugenis maakt. Om thans niet te gewagen, hoe bergachtige landen bijkans ten allen tijde bevonden zijn eene bijzondere geschiktheid te hebben, om volkstrots en zucht tot onafhankelijkheid, met eenen krijgshaftigen geest, te kweeken: iets, waartoe de vaderlandsche gezangen en de gespeelde liederen bij de Bergschotten niet weinig medewerken. |
|