lage onverschilligheid van sommige nog levende voorgangers, meer met onverstaanbare klanken en noodelooze twistvragen, dan met duidelijk en allezins nuttig onderwijs, ophebben; doch men bespeurt echter, van jaar tot jaar, ginds en elders meer verlangen naar redelijk onderrigt, en ziet eene groote menigte, zonder achterdocht, gebruik maken van onderwijsboeken, die, over 't geheel, naar de behoeften van ongeoefenden meer berekend zijn, dan de meeste vroegere. Ondertusschen ware het te wenschen, dat het getal van nieuwe, met zoodanig loffelijk doel vervaardigde, schriften niet al te zeer vermenigvuldigd wierd, en dat althans die genen, die lust en bekwaamheid hebben, om zoo iets op te stellen, zich daarbij minder overhaastten, en ook over de vereischten van goede Catechiseerboeken vooraf bedaard nadachten. Er wordt in de daad veel meer toe gevorderd, dan men gewoonlijk denkt. Er is heldere en grondige kennis van den geheelen omvang der Christelijke leer, en een juist begrip van 't geen daarin hoofdzaak is, en van den schakel der bijzondere Godsdienstwaarheden noodig, om er een kort opstel, dat alles bevat, en regt geschikt is naar de vatbaarheid van hen, die men onderwijzen wil, uit zamen te stellen. En die nu daartoe de vereischte kundigheden hebben, zijn veeltijds beter in staat, om eene geleerde, uitvoerige verhandeling over een of ander stuk te schrijven, dan zoodanig werkje voor kinderverstanden te vervaardigen. Wij maken geene zwarigheid, om te verklaren, dat in meest alle ons bekende Catechiseerboeken, die anders voor 't overige niet ongepast zijn, nog die eenvoudige volkstoon, die duidelijkheid en bevalligheid, en ook die juistheid en bondigheid, en met beknoptheid zeer wel bestaanbare volledigheid ontbreekt, die wij oordeelen daartoe vereischt te worden.
Het thans door ons aangekondigde Kort Ontwerp van Godsdienstwaarheden komt ons ook nog niet voldoende voor. De Schrijver heeft dit opstel in elf Lessen afgedeeld, en daarbij goedgevonden, het geheele ontwerp, naar