Disputatio Juris Naturalis et Civilis Romani, de Dolo, ..... quam ..... ad publicam disceptationem proponit Florentius Adrianus van Hall, Amstel. Batavus. 1812.
Deze fraaije Twistrede, over het Bedrog, is door den jeugdigen en veelbelovenden van hall, Zoon van den beroemden maurits cornelis van hall, onder voorzitting van den Hoogleeraar cras, te Amsterdam in het openbaar verdedigd. De Schrijver behandelt zijn onderwerp, naar aanleiding van hetgeen cicero daarover in het derde boek over de Pligten geschreven heeft. De Verhandeling is in twee hoofddeelen gesplitst. In het eerste wordt de stof naar het Natuurregt, in het tweede naar het Romeinsche regt bewerkt. Ieder hoosddeel bevat wederom drie onderdeelen, als 1. over het Bedrog in het algemeen; 2. over het geoorloofd Bedrog (de Dolo bono) en 3. over het ongeoorloofd Bedrog (de Dolo malo); terwijl eenige korte stellingen (theses) die meestal opmerking verdienen, en waarvan sommigen nog al aan tegenspraak onderworpen zijn, volgens gewoonte, achteraan zijn gevoegd. Ons bestek gedoogt niet, van deze proeve een breedvoerig verslag te geven. De keus der slosse is gelukkig, de bewerking keurig. De onsterselijke werken van den uitmuntenden, in zoo vele opzigten grooten en onvergelijkelijken, Romeinschen Redenaar, Wijsgeer en Regtsgeleerde kunnen, inderdaad, niet genoeg gewaardeerd worden, en zullen steeds de rijke en onuitbare bronnen zijn voor allen, die ware geleerdheid en beschaasde kunsten, door de edelste begaatdheden opgeluisterd, op prijs stellen, die zuiver gevoel en echten smaak voor hetgeen schoon en voortreffelijk is bezitten. De bedenkingen, die de onnavolgbare tullius, ten aanzien van dit onderwerp, voordraagt, worden hier onderzocht en toegelicht op eene wijze,