aan hen, die hetzelve eerst opgerigt, en vervolgens aan het bestuur van zaken mede deel genomen hebben, als aan hen, die, het zij door gepaste aanwijzingen en voorlichting, het zij door het inzenden van Verhandelingen, het zij ook door gewone en buitengewone toelagen en bijdragen, de belangen van het Genootschap ondersteund, en deszelfs gewenschten bloei bevorderd hebben. Dat het van belang zij, dat deze Maatschappij blijve voortduren, wordt vervolgens met goede redenen aangetoond; waarop de Redenaar dan nog een bartelijk woord, tot aanmoediging, om met vernieuwden ijver voort te gaan, laat volgen.
De Verhandeling van den Eerw. verwey is, naar het doel der uitschrijving, ten dienste van min geoefenden ingerigt. Men heeft meer dergelijke onder de werken van dit Genootschap, hetwelk, denkelijk met het loswaardig doel, om des te uitgebreider nut te stichten, ook zulke soort van prijsvragen, van tijd tot tijd, had voorgesteld. Uit het Programma van 1810, voor dit boekdeeltje geplaatst, schijnt men echter te moeten opmaken, dat deze afwijking van het eerste doel des Genootschaps, met den aanvang van een nieuwen jaarkring, een einde genomen heeft. Uit dit oogpunt willen wij dan ook de Verhandeling van den Predikant verwey, over de voortreffelijkheid en het nuttig gebruik van het Gebed des Heeren, beoordeelen, daar anders dit gewigtig onderwerp wel wat grondiger en uitvoeriger had mogen behandeld zijn. Naar het oogmerk der uitschrijving vinden wij dezelve regt gepast. Zij draagt allerwegen blijken van de heldere denkbeelden van den Schrijver.
Hij toont eerst, op goede gronden, aan, dat dit gebed wel in de eerste plaats door Jezus opgesteld wierd tot gebruik van zijne leerlingen, deels om het woordelijk te bidden, deels om hunne eigene opstellen naar hetzelve in te rigten, maar desniettemin zijne waarde, nuttig gebruik en heilige verpligting behoudt voor alle