den titel, eene, jegens den onwaardigen, beproefde trouw; alhoewel de echtgenoot, na zonderlinge avonturen, en na zich nog aan echtbreuk schuldig gemaakt te hebben, overleden is. Dan, dit kan wel een misverstand zijn. In meerdere bijzonderheden of bijzaken kunnen wij den roman niet volgen, waarvan de fabel ons over het geheel minder, dan het doel, de bijzondere uitwerking van deze en gene bijzonderheden, en over het geheel de briefstijl, bevalt. Den laatsten brief van carolina aan eene vriendin geven wij tot eene proeve:
‘Het is voorbij, het treurige oogenblik, waarin ik met mijnen dierbaren vader, en met mijn onschuldig kind, van den erfgrond mijner voorouderen, en te gelijk van alle bronnen, waaruit duizende genietingen des levens voortvloeiden, moest scheiden. Maar hoe rijk ben ik nog, lieve vriendin! Van alles, wat mij wezenlijk gelukkig maakte, heb ik niets verloren, dan alleen mijnen eduard. ô Ja, ook zijne liefde had mij eenmaal voorzeker kunnen gelukkig maken. Tante heeft de zekerste berigten, dat hij op het slagveld omgekemen is; doch ik weet geene bijzondere omstandigheden. Hoe weinig kan men op schijnbaar zekere berigten staat maken, gedurende het woeden des krijgs! Deze gedachte wekt nog eene flaauwe hoop in mijne ziel op. Lieve emilia! zints ik moeder ben, bemin ik eduard met eene soort van eerbied. Gehuwden, die elkander zelfs uit de verachtelijkste bedoelingen de hand gaven, moeten gewis, zoo ras een kind hunne vereeniging heiligt, ook hunne harten voor elkander door eene geheiligde drift voelen kloppen. ô! Als ik zoo bij het wiegje van mijnen kleinen engel nederkniel, en het lachje der kommerlooze onschuld op de half geslotene lipjes nog zie zweven, terwijl ik in elk trekje het opluikend beeld van mijnen eduard meen te herkennen - ô! dan noem ik werktuigelijk den naam van eduard met eenen hemelschen wellust. Of wanneer de lieve kleine daar zoo vrolijk, zoo gerust aan mijnen boezem ligt, mij met vriendelijk tintelende oogjes aanstaart, en bij elk teugje moedermelk, dat hij geniet, mij met mollige handjes streelt, - emilia! zou ik dan den vader van dezen zuigeling, die het leven van mijn leven