Daartoe behooren vooral eene gelijkmatige gemoedsgesteltenis, eene zachte beweging in de versche lucht, matige rust, ligtverteerbaar voedsel, geregeldheid in alle ontlastingen. De hoeveelheid van het water en de tijd, waarop men het moet gebruiken, vorderen mede de aandacht des Geneesheers.
De keuze van de bron, waarhenen men zijnen zieken zenden wil, moet door de kennis van derzelver bestanddeelen en werking bepaald worden. De bronnen, waarover in dit werkje gehandeld wordt, kan men gevoegelijk tot vier klassen brengen; namelijk staalwateren, zwavelwateren, alkalische en zoute wateren. Onder de eerste behooren Pyrmont, Drieburg, Schwalbach, Töplitz, Egra en Fachingen. De drie eerste komen genoegzaam in werking overeen, doch het derde is minder krachtig. Het zijn koolstofzure staalwateren, welke bijzonder in ware zwakheid en uitputting van krachten, in verslijming en waterachtige gesteldheid des bloeds, en in de daaruit ontstaande ziekten, werkzaam is. Het Egrader- en Fachinger - water bevat daarenboven zoute bestanddeelen, welke hetzelve tevens oplossend en buitengemeen weldadig maken in allerlei verstoppingen van den onderbuik. Het Töplitzer wordt, uit hoofde van deszelfs alkalische bestanddeelen, ook vooral in jichtkwalen heilzaam bevonden. Bij alle deze wateren, moet men vooral voorzigtig zijn, wanneer er volbloedigheid en ophooping van bloed in fijnere organen plaats heeft. - Tot de zwavelwateren behoort de voor dertig jaren ontdekte bron te Nendorf, en die van Eilzen. Dezelve zijn in het algemeen zeer voordeelig in kwalen, welke uit een' verhinderden omloop des bloeds in het onderlijf, uit teruggedreven uitslag en andere scherpte, vooral uit het misbruik des kwikzilvers ontstaan. - Het heete alkalisch Karlsbad verdient den roem, welken het sints eeuwen gehad heeft. Het is een der beste middelen in verstoppingen van den onderbuik, in de kwalen der nieren en piswegen, en in toevallen van jicht. Doch het moet met veel voorzigtig-