vertrek aan eene erge soort van deze ziekte, met de allerhevigste toevallen gepaard gaande, leed, en het bestierf. Even zoo weinig tastte het twee andere kinderen aan, in één vertrek huisvestende, met een ander kind, hetwelk voor twee jaren de natuurlijke ziekte doorgestaan had en nu allerhevigst van het roodvonk aangetast werd. In een ander geval entte ik een meisje van 5 jaren met de koepokken in, welks moeder reeds het roodvonk had. Bij eenen broeder van dat meisje openbaarde zich, acht dagen daarna, de ziekte, en zij bleef verschoond. Uit welk geval men met grond verwachten mag, dat de inenting met koepokstof ook zelfs dan nog gebruikt kan worden als een behoedmiddel tegen het roodvonk, wanneer de gelegenheid tot besmetting reeds zoo onvermijdelijk is.
Intusschen verwachte men deze weldadige verandering in den aard van het roodvonk niet, dan in die gevallen, waarin het ligchaam daarmede niet besmet was, eer de koepokstof deszelfs geheele werking op het gestel uitoefende: want, voor dien tijd, zoude, volgens mijne gemaakte waarnemingen, de uitbotting van het roodvonk slechts eenigen tijd opgehouden worden, om naderhand in derzelver gewonen gang voort te gaan.
Ik deel mijn gevoelen over dit onderwerp aan mijne kunstgenooten mede, dewijl ik verlangende ben, om te vernemen, of zij immer eenige dergelijke verschijnselen waargenomen hebben.
Geeft niet de kennis, die wij tot hiertoe van den aard der koepokstof verkregen hebben, eenig gewigt aan mijne waarnemingen? Welk eenen invloed heeft niet de stof op het opslurpend vaatgestel, hetwelk door het roodvonk insgelijks zoo zeer wordt aangedaan? Hoe vele huidziekten worden door die stof niet tot genezing gebragt? Voeg hierbij de waarneming van jenner over de ontwikkeling van de zoogenaamde ziekte onder de honden (staupe), die door de inenting van koepokstof in hen wordt verwekt, en meestal bestaat in eene ongesteldheid, die bij voorkeur de klieren van den hals en keel aangrijpt, zich ook wel eens uitstrekt tot de klieren van de luchtpijp, en welke door inenting bij de honden maar