Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1811
(1811)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe kinderziekte en de mazelen waren reeds bij de ouden bekend.De kinderziekte is niet eene zoo nieuwe ziekte als vele Geneeskundigen denken, maar zij is ook niet zeer oud. Onder de portretten, door de Grieken en Romeinen van hunne tijd- en landgenooten geschilderd, vertoonen zij niemand, door de kinderziekte geschonden, welke heden ten dage zoo vele tronien ontluistert. Plinius schijnt dezelve niet gekend te hebben niettegenstaande hij eene optelling doet van eenige ziektenGa naar voetnoot(*), welke, in zijnen tijd, nieuw waren te Rome. De jicht was er toen nog zeer zeldzaam; en om te toonen, dat dezelve nieuw en vreemd was in Italie, brengt hij tot bewijs bij, dat men er geenen Latijnschen naam voor had. De Circassiers, wier schoonheid zoo zeer geroemd wordt, vertoonen geenerlei blijken van kinderpokjes. De vlekken in het aangezigt, door de Romeinen vari genaamd, en waarvan de Latijnsche naam Varioloe afkomstig is, | |
[pagina 420]
| |
waren, echter, geheel iets anders; het waren vlekken, waarmede de kinderen geboren werden. Duidelijk blijkt dit uit de snakerij van cicero aan servilius isauricus, die met deze vlekken geteekend was, toen hij hem te gemoet voerde: Miror quid sit quod pater tuus homo constantissimus te nobis varium reliquit. Hij noemt hem varium, quod varis esset deformis, en geeft duidelijk te verstaan, dat hij door zijns vaders bewerking, en niet door ziekte, zoodanig was geworden, zoo als turnebius dacht. Toen de Geneeskundige celsusGa naar voetnoot(*) over verscheidene soorten van puisten handelde, moest hij aldaar van de kinderziekte, indien hij dezelve had gekend, gesproken hebben; en, echter, hier zoo min als elders in zijne schriften, zegt hij er geen enkel woord van: want de ϕνματα, welke hij in datzelfde Boek beschrijft, zijn iets anders, gelijk ook de εξανϑηματα en εξανϑισματα van hippocrates, zoo als uit zijne beschrijving van deze ziekten blijkt. Niet anders, echter, dan de Kinderziekte en de Mazelen kunnen er bedoeld worden met de εξεματα en εξενϑηματα, door den Sterrewigchelaar vettius valero in zijne Anthologien beschreven: want hij bepaalt dezelve inzonderheid bij de kinderen, van welke hij zegt, dat er velen daaraan sterven. Vettius leefde ten tijde van constantinus, en dus reeds zoo vroeg als in de IVde Eeuw der Christelijke Jaartelling. Na genoeg hetzelfde vermeldt de Geneeskundige aëtius, die eenigen tijd na den Keizer valens leefde, aangaande deze ziekten. Niet wel iets anders dan de kinderpokjes kan de ziekte geweest zijn, die in Frankrijk zoo groote verwoestingen aanrigtte ten tijde van Koning childebert, omtrent het jaar 520, volgens de getuigenis van gregorius van Tours (Lib. VI, Cap. 14.) Cum pupulis et vesicis, quoe multum populum affecerint morte. Veel duidelijker gewaagt de Geschiedenis der Saracenen van deze ziekte. Men ontmoet in dezelve eenen Calif, aan die ziekte gestorven, en eenige andere, die er de kenmerken van op het gelaat droegen, in de VIIde en VIIIste Eeuw. Omtrent het midden der Xde Eeuw stierf daaraan boudewijn, Prins van Vlaanderen. Veel gevaarlijker en besmettelijker is | |
[pagina 421]
| |
dezelve in de verzengde luchtstreek; en dit doet mij vermoeden, dat, hoewel zij buiten die luchtstreek niet bekend was vóór de veroveringen der Saracenen, deze Natie, evenwel, dezelve uit haar land met zich voerende, haar meer en meer verspreid heeft. De Spanjaarden bragten die ziekte naar Amerika over, en de broeder van motezuma, Koning van Mexico, stierf er aan. Niet anders dan de Mazelen kunnen, volgens sommigen, door de Boa bedoeld worden, door plinius beschrevenGa naar voetnoot(*), in de volgende bewoordingen: boa appellantur morbus pupularum, cum rubent corpora. Iets anders, intusschen, duiden deze pupuloe aan dan roodheid des ligchaams, en ik vermoed, dat er eene soort van melaatschheid of schurft door bedoeld wordt. |