Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1811
(1811)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 383]
| |
in den Poolschen krijg midden onder de vijanden geweest zijnde, het levensgevaar ontkomen was, en door zijne sterke handen behouden had, wilde ook met geene dan eene Westfaalsche persone trouwen. Daar hij nu tot dat einde, om de meisjes van het land te zien, was rondgereisd, doch, na lang zoeken, geen naar zijnen zin kon aantreffen, had hij eindelijk in een zeker adelijk huis zulk eene Freule gevonden, welke hij daarom boven alle andere den voorrang gaf, dewijl hij aan tafel waargenomen had, dat zij veel gegeten had, want hij hield het voor een vasten stelregel: zoo als de mensch at, zoo arbeidde hij ook. Toen hij daarna hare sterke handen gezien had, besloot hij volkomen, dat zij eene goede huishoudster ware. Dien ten gevolge had hij haar tot zijne beminde gekozen en de ouders om de dochter aangesproken. Daar evenwel de moeder niet eensklaps toestemmen wilde, doch nog eenige bedenking had, nam hij haar bij de hand, en toen zij hem op zijne dikwijls herhaalde vraag geen begeerd antwoord gaf, had hij dezelve met zijne sterke vuist zoo hard gedrukt, tot dat hij haar eindelijk het jawoord afgepijnigd had. |
|