Opgave van, in eenige provincien des Russischen rijrs, met koepokstof ingeente kinderen.
Van dien tijd af, dat door de zorg der Regering de inenting der koepokken in alle Gouvernementen des Russischen Rijks in gebruik gekomen is, zijn deze pokken van het jaar 1804 tot 1807 aan 281,753 kinderen, met gelukkig gevolg, ingeënt geworden. De inenting der koepokken is nu niet alleen in de verafgelegenste Gouvernementen ingevoerd, maar zij heeft zich ook onder verscheidene volken van andere Godsdienstgezindheden en onder zwervende volken, als onder de Samojeden, Tartaren, Kalmukken, Kirgiesen en vooral onder de Buratten verspreid, die zich toen ter tijd te Baikal ophielden. In eenige Gouvernementen, en met name in het Gouvernement Lijfland, Poltowa en Tschernigow in Klein Rusland, Wologda, Sarotow, Coerland, Finland, en nog in