Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1811

Aanwijzing der voornaamste tegengiften tegen verschillende soorten van vergiften.

(Vervolg en Slot van Bladz. III.)

24) Een goed en heilzaam tegengift tegen bijna alle vergiften, als reeds de hevigste en dringendste toevallen der vergiftiging gestild zijn, bestaat in een' goeden en zuiveren wijn, zoo ook geestrijke en specerijachtige middelen, bij voorbeeld: Aq. menth. pip., Cinnam. vinos., om daardoor de verzwakte levensgeesten en ingewanden te versterken, de slappe vezelen op te wekken, de algemeene zwakte weg te nemen en de napijnen en gevolgen te verzachten en tegen te gaan.

25) De Engelschman clutterbuck heeft tegen de loodvergiften het kwikzilver met gelukkig gevolg aangewend. Hij liet de verlamde leden met kwikzilverzalf inwrijven, en tegen de hevigste kolijkpijnen en buiksverstoppingen liet hij Calomel in kleine herhaal-

[p. 165]

de giften aanwenden. (Medicinisch-chirurgische Zeitung, Salzburg 1795, No. 84.)

26) Tegen vergift door heulsap raadt de beroemde fothergill het volgende aan. Als het beulsap reeds één uur en langer gebruikt en in de bloedmassa overgegaan is, dan zoeke men, door middel van een' katheter of eene buigzame buis, alle uren of meermalen een once wijn van Braakwortel met warme hui uit wijnazijn toe te dienen, en ondersteune tevens de werking door een warm bad en verdunnende dranken. De meening is, om dit vergift, door den Braakwortel, in een zweetdrijvend middel, volgens de wijze van het poeijer van dower, te veranderen. (A praeservative Plan or hints for the praeservations of persons exposed those accidents which suddently suspended vital action bij a. fotherghl. Londen 1798.)

27) Ingevalle door het gebruik der zoutzure zwaaraarde kwade gevolgen ontstaan mogten (zoo als zulks ligt mogelijk zijn kan, bijaldien men het onbedachtzaam aanwendt, of bijaldien zuur in de maag aanwezig is): raadt de Heer pelletier terstond eene oplossing van zwavelzure potasch aan, welke door ontbinding der zoutzure zwaaraarde eene onschadelijke zwavelzure zwaarspath te voorschijn brengt. (Recueil periodique de la Societé de Médecine à Paris. No. VII. An V.)

28) In een Fransch Dagblad heeft men den azijn als een tegengift tegen het rottekruid (arsenicum) aangeprezen. Dr. mandel heeft het gevaarlijke dezes voorstels aangetoond, daar hij bewezen heeft, dat door den azijn het rottekruid nog meer geoxijdeerd, bijgevolg nog corrosiver wordt. Daarentegen verzekert hij uit eene langdurige ondervinding, dat geen middel zoo werkzaam tegen de gevolgen der vergiftiging door rottekruid ware, dan magnesia, in eene groote hoeveelheid gebruikt. (Bulletin des Sciençes du Departement de l'Eure, 1808.)

29)Ook het uitwendig gebruik van koud water heeft men als een spoedigwerkend middel aangeprezen, daar verscheidene, door misbruik van brandewijn en opium, in den staat van schijndood vervallene personen door niets anders, dan door zeer krachtoadige aanwending van water, zoo koud mogelijk, bijgebragt werden. Met hetzelve wordt het ontbloo-

[p. 166]

te ligchaam overgoten, ook klisteren daarvan gegeven. Een kind, eenige maanden oud, aan hetwelk de meid heimelijk veel opium toegereikt had, verviel in den schijndood, werd evenwel zeer spoedig tot het leven teraggeroepen, toen men het in een vat met koud water dompelde. De weder in het leven gebragte personen waren in het vervolg zoo gezond als te voren. (Heidelb. Jahrb. der Med. 1809. IV. Seite 198.)

30) In bijna alle soorten van vergistigingen (zegt de Hoogleeraar wolfart) heeft men de melk, de olie, en de zeep, sedert onheugelijke tijden, als tegengiften in zeer vele, ja de meeste gevallen, zelss in zeer ongelijke graden dikwijls werkzaam, als beproefd opgegeven. (j.h. kopp, Jahrbuch der Staatsarzneikunde, Erster Jahrgang, 1808. Seite 43.)

31) Eindelijk moet men vooral op de loogzouten opmerkzaam zijn, welke, volgens Dr. moodie en Dr. kamsay in Charlestown, ook tegen het adder vergift bijna specifiek werken. Men zie hierover na het Medical and Physical Journal, 1804. Ik heb in drie geheel verschillende gevallen van vergiftigingen dit middel met het beslissendste klaarblijkelijkste gevolg aangewend; namelijk: in vergiftiging van dolle kervel (Cicula), aan een huisgezin van acht personen, waaronder twee volwassene, twee kinderen van 3 tot 6 jaren, en vier van 12 tot 17 jaren waren, - alsook in vergiftiging door bittere amandelen aan een ongeveer zesjarig knaapje - en eindelijk in vergiftiging door kolendamp, ook aan een gansch huisgezin van vijf personen, waaronder vader en moeder, eene dochter van ongeveer 13 jaren, en twee kinderen van 4 tot 8 jaren.

In het eerste geval, bij de vergistiging door dolle kervel, gaf ik de Tinctura Kalina, volgens de Pruissische Apotheek^(*) bereid, van 5 tot 15 droppels

(*) Tinctura Kalina Ph. Bor.
(Tinctura Antimonii acris, Tinctura salis Tartari.)
Kali caustici sicci recenter parati ℥ iv.
In mortario serreo calefacto in pulverem tritas immitte in Spiritus Fini rectisicatissimi, in cueurbita leviter calefacti ij.
Agitentur bene, tum imposito alembico digerantur arenae balneo per aliquot dies. Tinctura rubicunda servetur.

[p. 167]

alle uren, waardoor ten spoedigste de hevigste toevallen, vooral het braken, duizeligheid en stuiptrekkingen, ophielden.

In het tweede geval, vergiftiging door bittere amandelen, gaf ik bij voorkeur de Liquor ammonii anisatus alle kwartier uren tot 5 droppels, dewijl alle teekenen des geheel naderenden doods reeds bijgekomen waren, toen ik de zieke bezocht en bijgevolg door spoedige en sterkwerkende middelen alleen nog redding mogelijk was, welke ook volkomen en trapsgewijze, tot verbazing, spoedig volgde.

In het derde geval, vergistiging door kolendamp, werd de genezing der insgelijks bijna reeds met den dood worstelende, benevens eenen hierbij passenden levensregel, door de Tinctura Kalina bewerkstelligd.

Van al deze vergistigingen, welke ik onder de hevigste en doodelijkste toevallen bevond en waaronder mij eenige reeds ganschelijk zonder redding toeschenen, stierf er geen een, en ik heb den overtuigendsten grond, om verzekerd te zijn, dat door de loogzouten hunne redding en zoo spoedige genezing volgde, en zelfs zoo volkomen, dat bij geen derzelver nadeelige gevolgen nableven. (j.h. kopp, Jahrbuch, Erster Jahrg. Seite 45.)