of de Vizier wist, wat hij zeide. Op zekeren avond met den Keizer van de jagt naar huis gaande, zagen zij een paar Uilen op een' boom zitten, welke nabij een' ouden muur op een' puinhoop stond. ‘Ik wilde wel eens weten,’ sprak de Sultan, ‘waarover deze twee Uilen met elkander praten; luister er eens naar, en vertel het mij.’ De Vizier trad naar den boom, en hield zich als of hij aandachtig naar de Uilen luisterde. Bij den Sultan zijnde teruggekomen: ‘Sire!’ zeide hij, ‘ik heb hun gesprek gedeeltelijk gehoord, maar durf u niet zeggen, waar het over liep’ Met zulk een antwoord wilde de Sultan zich niet laten afzetten, maar noodzaakte hem, hem woord voor woord te vertellen, wat de vogels gezegd hadden. ‘Gij moet dan weten,’ zeide de Vizier, ‘dat de eene Uil een' zoon en de andere eene dochter heeft, tusschen welke zij thans over een nuwelijk in onderhandeling zijn. Des zoons vader zeide tot den vader van de dochter, terwijl ik het hoorde: “Broeder! ik geef mijne toestemming tot het huwelijk, mits gij aan uwe dochter vijftig verwoeste dorpen tot een' bruidschat geeft.”’ - ‘Waarop de vader van het meisje tot antwoord gaf: “In plaats van vijftig, zal ik u vijf honderd verwoeste dorpen geven, indien gij het goedvindt. God schenke den Sultan mahomed een lang leven! Zoo laug hij over ons regeert, zullen wij aan verwoeste dorpen geen gebrek hebben.”’ De geschiedenis zegt, dat de Sultan over deze Fabel zoo zeer getroffen werd, dat hij de steden en dorpen, welke hij verwoest had, deed opbouwen, en, van dat oogenblik af, voor het geluk zijner onderdanen zorgde.