betrekking als Schoolopziener alles volijverig wil helpen bijdragen, om het schoolonderwijs en de zedelijke opvoeding der vaderlandsche jeugd meer en meer tot de volkomenheid te doen naderen, - is de Schrijver van dit lezenswaardig Werkje, hetwelk uit twee onderscheidene stukken, het eerste als middel, het laatste als einddoel, is zamengesteld.
Sedert lang namelijk gewenscht hebbende, dat men, vooral na de invoering van een nieuw Lijfstraffelijk Wetboek hier te lande, het onderwijs der kinderen daarin tot een gedeelte van het verbeterd school-onderrrigt maken mogt, (een denkbeeld, waarvan de nuttigheid en gepastheid eenen ieder terstond moet in het oog vallen,) en ziende, dat niemand anders de hand hiertoe aan het werk sloeg, besloot hij zelf de proef te nemen ter vervaardiging van een Schoolboek over de Strafwetten van ons Vaderland, waartoe wij in der daad niemand meer bevoegd kennen, en hetwelk hij dan ook bij dezen levert, makende hetzelve het tweede gedeelte van dit Werkje uit.
Dan de vreemdheid dezer taak voor onze Schoolleeraars, en het gewigt eener goede, doelmatige inrigting van zoodanig een schoolboek en van deszelfs aanwending en gebruik, deed den Heer v.S. besluiten, eene Verhandeling te doen voorafgaan, waarin het nuttige van zulk een onderwijs ontwikkeld, de voorname vereischten van een daartoe geschikt Schoolboek aangewezen, en het regt en heilzaam gebruik er van voorgedragen wierd. Hiertoe koos hij, ten zeer gepasten leiddraad, eene Hoogduitsche Verhandeling van den Heer tittman, die hij echter, als veel lokaals en bij ons minder bruikbaars bevattende, met uitlating en bijvoeging van het noodige, geheel omgewerkt, met aanteekeningen hier en daar verrijkt, en langs dien weg als tot zijne eigene gemaakt heeft, en een' doelmatiger' vorm gegeven voor onze landgenooten. Dit maakt dan ook het grootste gedeelte van dit klein geschrift uit, hetwelk niet minder de aandacht der Staatkundigen, Regtsgeleerden en Wijsgeeren, dan die der Schoolopzieners en Schoolleeraars zelve verdient, dewijl daarin menigvuldige, wijsgeerige en menschkundige wenken, en goede aanmerkingen over de Wetten en derzelver doelmatig onderwijs aan het