den Schrijver waardig; maar doet ook de Faculteit eere aan, welke hem ongezocht met de Doctorale waardigheid bekleed heeft.
Hiermede willen wij evenwel niet zeggen, dat wij het met den Schrijver in de opvatting en verklaring van alle bijgebragte Bijbelplaatsen eens zouden zijn. Bij voorb.
Gen, VI: 2, waar men van kinderen van God en kinderen der menschen leest, verstaat R., door kinderen van god, de zoodanigen, die geloofden, dat zij tot god zouden worden opgenomen, als zij stierven; en door kinderen der menschen dezulken, die geloofden, dat zij alleen voor deze aarde bestemd waren, en die dat geloof toonden door een zedeloos gedrag: en zoo vindt hij hier de leer, dat de Godvruchtige menschen na den dood bij god komen: - zou deze hier gevondene leer er niet in gezocht, en ten gevolge van het zoeken, er in gevonden zijn? -
Wij zouden meer dergelijke bedenkingen kunnen opperen; doch ons bestek gedoogt niet alle Schriftplaatsen ten toets te brengen. - Alleen willen wij nog slechts van twee plaatsen uit het N.V. gewagen, waaromtrent wij op het gezegde onzes Schrijvers min of meer bedenking hebben.
De eerste is joann. XIV: 2, 3. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen, enz. Onzes inziens verdient de gelukkige verklaring, door van der palm in zijne uitmuntende Leerredenen, I D., Bladz. 52, volgg., van deze plaats gegeven, boven elke andere de voorkeur. - Het geheel gezegde is in beeldspraak vervat. Deze is ontleend van het paleis eens Konings, en wel eens Oosterschen Konings, wiens paleis of serail eene halve stad is, binnen welker muren en poorten zich de eerste Staatsdienaren en voornaamste Ambtenaren ophouden. - Gelijk meermalen de hooge god, als Opperheer van het Geheelal, wordt voorgesteld als een Koning, wiens troon de hemelen is, en om wiens troon heerlegers van Engelen staan, zoo spreekt onze Heer J.C. hier van het groote Paleis gods, en Hij zegt, dat Hij derwaarts gaat, om zijnen leerlingen in hetzelve eene plaats te bereiden: deze zouden derhalve eens in gods heerlijk Paleis wonen, gelijk de eerste Rijksgrooten in het Paleis huns Konings.