waarbij de geschiedkundige waarheid, althans waar schijnlijkheid, zeer geleden heeft. Zoodanig b.v. is het avondgebed eener moeder voor slapende kinderen, die zoo nog waakten en: goeden nacht, Moeder! riepen, I D., Bladz. 363, 364. - Francesco's betuiging aan wilhelmine, Bladz. 59, van een hart vol reine liefde, vol getrouwe bestendigheid, en eene begeerte, om door haar geheel gelukkig te worden, schoon hij haar niet geheel gelukkig maken kon, vergeleken met Bladz. 97, waar hij niet meer verbergt, dat hij haar niet beminde, hoewel hij echter had voorgenomen, haar gelukkig te maken (?). In soortgelijke strijdigheden vervalt men, wanneer men zijne tafereelen al te woelig maakt, en aan eene weelderige verbeelding, en nog weelderiger pen, al te lossen teugel viert; wij hebben geen' lust, om er meer stalen van bij te brengen.
Tot lof van den Vertaler, of wel van den Uitgever, moeten wij hier bijvoegen, dat wij de vertaling van dit tweede gedeelte, hoezeer gansch niet gezuiverd van alle germanismen en andere zinstorende taalen drukfeilen, echter te dien opzigte veel beter dan het Eerste Deel bewerkt gevonden hebben. Onze strenge, doch gegronde berisping daaromtrent schijnt van goede uitwerking te zijn geweest. Jammer, dat er nog hier en daar leemten van dien aard zijn overgebleven, welke voor den verbeteraar, bij het overzien van dit laatste gedeelte, zoo gemakkelijk waren te verhelpen geweest, dewijl zij ieder een van zelf in het oog vallen. Laat er ons slechts drie noemen, waarnaar men van de overigen veilig oordeelen kan.
Stummer! stummer! zoo spreekt, op Bladz. 105, II Deel, de Domheer bij gabriële's herstelling, den Doofstomme spelenden francesco in verrukking aan. De Vertaler smeedde dus een' eigen' naam uit hetgeen stomme! stomme! behoorde vertaald te zijn.
Mijnentwege, op Bladz. 111, moet niet zijn, gelijk dit woord uitdrukt, van wege mij, van mijnen kant, maar om mijnent wille, te mijnen behoeve.
‘Zij had opregt onder de smart gestaan, en ik stond opregt naast haar,’ Bladz. 251, moet zijn: kloekmoedig, standvastig, of, gelijk wij wel eens zeggen, met opgerigten hoofde.