tot den graad van een ligten Typhus opklom. In het derde tijdperk hield die koorts wel op, doch de hoest vervolgde zonder dezelve zijnen loop.
Zoo ras ik in den beginne bij de kinderen werd geroepen, gaf ik hun Opium, naar mate der jaren en krachten. Bij voorbeeld, aan een kind van een jaar, het vierde, vijsde of zesde gedeelte van een grein, tegen den nacht. Op den volgenden morgen werd de helft daarvan herhaald; na zes uren nogmaals dezelfde hoeveelheid; na verloop van zes uren dus wederom, en tegen den nacht op nieuws de volle gifte. Ook werden er wel eens Mostaardpappen om den hals gelegd.
In het tweede of koortsig tijdperk was ik in den beginne zeer spaarzaam met het Opium; doch ras ziende, dat alle andere middelen verkeerd werkten, keerde ik, met het beste gevolg, tot het gebruik van het Heulsap terug. Onder deze behandeling liep het tweede tijdperk dikwijls reeds met drie of vier dagen ten einde. Zelden liep hetzelve over veertien dagen.
In het derde tijdperk hield de hoest aan, zonder koorts van aanbelang; schoon sommige voorwerpen met een zenuwachtig sluipkoortsje bezet bleven, en ook andere, door zich aan de koude enz. bloot te stellen, eene vernieuwing van koorts ondervonden. Ook in dit derde tijdstip was het Opium nog een tijdlang het hoofdmiddel; doch de gisten werden verminderd en de tusschenruimten vergroot. Het voornaamste nadeel, 't geen men door het Opium ondervond, was de groote bedwelming, waarin de zieken zich in het begin van den slaap bevonden, waardoor men genoodzaakt werd de kinderen zeer spoedig in het begin der aanvallen uit het bed te nemen en dezelve ter degen te schudden, om dus het stikken voor te komen. Voorts bragten de groote giften van het Opium geenerlei nadeel toe aan de verstandelijke vermogens der kinderen of der andere lijders.
Schoon het Opium, naar mijne bevinding, het beste middel in den Kinkhoest is, zoo moet zijne werking somwijlen door andere dingen geholpen worden. Vooral moet men er op bedacht zijn, of er ook een natuurlijke aanleg tot Longtering, of eene scrophuleuze kwaadsappigheid, bij de lijdende kinderen plaats grijpe; in welke beide omstanheden men de beste hulp bij Kwikmiddelen en bij Spiesglasbereidingen kan vinden. Wanneer er zich verder zenuwachtige verschijnselen openbaarden, die hulpe vorderden,