Theorie en praktijk.
‘Op zekeren avond, terwijl de lucht helder stond en door geene dampen beneveld was, nam een Starrekundige die gelegenheid te baat, om, door middel van eenen Teleskoop, de Volle Maan te beschouwen; hij maakte eene teekening van de uitgebreidheid harer zeeën, de hoogte der bergen, en het getal der bewoonbare landen en koningrijken. Een Boer, dit ziende, zeide tot iemand, die naast hem stond: “Laat hem kijken, zoo veel als hij wil; hij is toch niet digter bij de Maan dan wij.”’
Dit verhaal deed, op zekeren dag, aristus aan zijnen Zoon alexis, in eene dier zamenkomsten, in welke hij zoo wel deszelfs hart trachtte te vormen, als zijn verstand met nutte kundigheden te verrijken. ‘Gaat gij uwe medgezellen in geleerdheid te boven, en blijft, nogtans, in braafheid van hart, met het ongeoefende gemeen op dezelfde hoogte? Hebt gij op den tempel der deugd zoo lang gestaroogd, en, echter, om dien te naderen, geenen enkelen stap gedaan?