Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1810
(1810)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 386]
| |
Bedenkingen, over de marskramerij.(Uit Mr. heron's Journey through the Western Counties of Scotland.)
Ik geloof niet dat ik te veel zeg, wanneer ik beweer, dat Marskramers onder de voornaamste beschavers van Volken en Landen moeten geteld worden. Uit cesar en andere Romeinsche Schrijvers leeren wij, dat de reizende Kooplieden, die de Gaulen en andere Volken, te dien tijde nog in barbaarschheid gedompeld, bezochten, die of nieuwelings door de wapenen der Romeinen te ondergebragt waren, of op de grenzen der Romeinsche Wingewesten woonden, de eerste waren, die de inwoners dier streken eenigzins bekend maakten met der Romeinen levenswijze, hun eene geestdrift inboezemden, om de gebruiken van dat groote Volk na te volgen, en in de levensgerijfelijkheden, welke bij dezen plaats grepen, te deelen. De heden ten dage het land doortrekkende Marskramers in Noord-Amerika, die de Vastigheden der Europeanen met hunne Koopwaren verlaten, hebben meer gedaan, en doen heden nog meer, om de Indiaansche Inboorlingen te beschaven, dan alle de Zendelingen, Roomsche of Protestantsche, immer derwaarts gezonden. Er doen zich redenen op, om te verwachten, dat men langs dien weg veel zal kunnen uitregten, ter beschavinge der Ingezetenen van Nieuw-HollandGa naar voetnoot(*). Niets is natuurlijker dan dit gevolg. Een onbeschaafd Volk zal bezwaarlijk, of geheel niet, zich bij andere Volken vervoegen, om levensgerijfelijkheden te zoeken, waarvan zij de namen, den aard en de waardije niet kennen, en om welke zich aan te schaffen zij weinig of geen geld, of iets gelds waardig, bezitten. Wanneer, nog- | |
[pagina 387]
| |
tans, zoodanige goederen onder hen gebragt, aan hun oog vertoond, en als nuttig aangeprezen worden, mist het zeldzaam, of zij krijgen er begeerte toe; en dikwijls zullen zij, om dezelve in 't bezit te krijgen, iets, 't geen zij reeds bezitten en van dadelijke nuttigheid is, aanbieden en geven. Zelfs worden zij tot eene werkzame levenswijze aangespoord, ten einde die vreemde gemakgevende dingen te koopen. Men heeft Volken gevonden, schoon sommige zich voor alle verandering van levenswijze en beschaving onvatbaar of ongewillig betoonen,) die de ruwe stoffen, waarmede zij zich dekten, de lompe en gebrekkige gereedschappen, welke zij gebruikten, en waarmede zij zich, uit mangel van kennis aan betere, behielpen, voor betere verwisselden. Met deze nieuwelings verkregene levensgerijfelijkheden namen zij allengskens in beschaving toe, en zeden aan, welke daarmede beter dan hunne vorige strookten. Op het tooneel van dezen voortgang der maatschappije kon zoodanig eene verandering niet wel plaats grijpen zonder de tusschenkomst der Marskrameren. Voorts mogen wij hier nevens aanmerken, 't geen niet weinig strekt om het nut van dezen rang van lieden te verheffen, dat zij vaak door hun gedrag en zeden, niet minder dan door den verkoop hunner waren, toebrengen tot beschaving der Volken, onder welke zij verkeeren. Dit slag van koopbedrijf geeft hun vlugheid van vernuft en scherpte van oordeel. Steeds in de gelegenheid zich bevindende om zichzelven en hunne koopwaren aan te prijzen, krijgen zij de hebbelijkheid van een verpligtend en innemend voorkomen. - Op hunne reistogten hebben zij gelegenheid om de zeden van onderscheidene menschen en plaatsen te zien, en eene goede mate van wereld- en menschenkennis op te doen. Met deze begaafdheden voorzien, is het in geenen deele te bevreemden, dat zij, zelfs in meer beschaafde Landen, als 't ware de beste spiegels eener meerdere verfijning worden, en veel, zeer veel toebrengen om de ruwheid weg te nemen en de lompheid te verzachten. Het is slechts weinige jaren geleden, dat een Jongeling uit een afgelegen gedeelte van Schotland naar Engeland toog, met oogmerk om een Marskramer te worden. Hij bereikte dit doel en meer; zijn handel werd uitgebreider; hij won veel gelds. Twintig jaren onvermoeid bezig geweest zijnde in dit zich meer en meer uitzettend handelbedrijf, | |
[pagina 388]
| |
keerde hij naar zijn Geboorteland weder, in alle opzigten als een Heer. Hij kocht een klein Landgoed, maakte er vele verbeteringen, en hield eene levenswijze, welke in dat oord veel wezenlijke beschaafdheid invoerde. Dan, om de gevolgen van het levensbedrijf der Marskrameren verder voort te zetten, en op te merken den voortgang van de beschaving, door het bedrijf der reizende Marskrameren begonnen: wanneer nieuwsgierigheid, smaak en verbeelding, door herhaalde bezoeken in afgelegener streken zijn opgewekt, leeren de koopers dier waren vervolgens die eigenste Kooplieden op de Markten ontmoeten. Door, bij zoodanige gelegenheden, in meer dan gewone menigte zamen te komen, krijgen zij iets gezelligers in hunne zeden en voorkomen, en leeren met elkander wedijveren in behagelijkheid van opschik en wat tot zachtheid van zeden behoort. De tijd der Markt wordt een tijdperk, op 't welk hunne hoop uitziet, en bij 't welk de een en ander eenige vordering in beschaafdheid merkteekent. Elk komt van daar t'huis, met voornemen om den tijd ijverig te besteden, en iets op te zamelen, om ter volgende Jaarmarkt grooter inkoop te kunnen doen. De geest van vlijtbetoon en gezelligheid, door deze middelen opgewekt, blijft werken, tot den tijd dat veelvuldiger zamenkomsten tot handelbedrijf noodig worden. Vaste Markten grijpen stand. De Marskramers worden Winkeliers, en de beschaving des bloeijenden lands neemt toe, wanneer geene tusschen beide komende oorzaken, van den handel onafhankelijk, zulks verhinderen. Men houde dit voor geene hersenschimmige gevolgtrekking. De voortgang van vlijtbetoon en van weelde gaat in de daad met deze stappen voort. De Marskramers zijn ongetwijfeld van het beschrevene aanbelang in de Maatschappij. - Ik twijfel wel zeer, of de Societeit, om de kennis van den Christelijken Godsdienst in de Highlands en op de Eilanden van Schotland uit te breiden, niet beter deed met Marskramers dan Zendelingen derwaarts af te vaardigen, of liever, dat zij de twee karakters van Marskramer en predikenden Zendeling vereenigden. |
|