Want velen onzer matrozen lieten zich in een zeer vertrouwelijken omgang in met meisjes, die met den schurftigen uitslag geplaagd waren, zonder door de schurft besmet te worden.
De Venuskwaal is hier zeer algemeen. Gelijk in de overige heete gewesten, ontwikkelt zich hier de teeldrift zeer vroeg, welke jongens van 12 of 13 jaren reeds bij hunne slavinnen, of bij andere ligte meisjes, bevredigen, waardoor zij in een zoo vroegen leeftijd reeds, met venerische kwalen bezocht, omsukkelen.
Eene alhier zeer gewone ziekte is de Bicho dos pés, Pulex penetrans linn. of de zoogenoemde Zandvlooi, een klein Insekt, 't welk het vel en de spieren der blootsvoets gaande lieden doorvreet, zich door eene jeukende en inwendig stekende pijn doet kennen, en somwijlen, wanneer men dit diertje niet bij tijds ziet weg te nemen, langdurige gezwellen aan de voeten veroorzaakt. De slaven, die op het veld arbeiden, zijn het meest aan die kwaal onderhevig. Doch ook worden Reizigers, die dunne zijden kousen dragen, of die barrevoets gaan, daardoor bezocht; zijnde het hier te lande steeds veiligst, met bloote beenen in laarzen te gaan. Bij twee lieden, die op het schip van Dr. langsdorf behoorden, openbaarde zich de jeukende pijn eerst na de zesde week, nadat men Brasil verlaten had, en Kaap Horn reeds was rondgezeild. Wanneer men het diertje, hetwelk zich in de spieren een nest maakt, even als een splinter uitneemt, zoo heeft men hoegenaamd niets meer te vreezen; doch, bij verwaarloozing daarvan, heeft men langdurige verzweringen aan de voeten te wachten. Zelfs zijn er voorbeelden van verstervingen, ja van den dood, hierdoor veroorzaakt.
Zonderling is het, dat de Brasilsche vrouwen, anderzins zoo beroemd wegens hare schoonheid, doorgaans lelijke, bedorvene tanden hebben. Bij vele jonge meisjes van 14 of 16 jaren ontbreken dikwijls reeds een of meer van hare voortanden. Mogelijk ontstaat dit uit het misbruik van Mandiocca, eene soort van Betel.
Tegen de Hoofdpijn maakt men gebruik van eene roode klei, die met water is bevochtigd, waarmede men het voorhoofd en de wangen bestrijkt. Een op deze wijze uitgeruste Neger maakt al eene zeer zonderlinge vertooning.
Wel onderrigte Vroedvrouwen vindt men hier even weinig als Geneesheeren. Men neemt tot dit werk eene of andere vrouw, die zulks meermalen heeft verrigt, of eene