Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1810
(1810)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijIets over den invloed der ziele op de gezondheid des ligchaams en de duurzaamheid des levens. Door Sir John Sinclair, Baronet.Het is eene thans algemeen aangenomene waarheid, dat noch het stelsel van stahl, die alle ziekten aan eenige ongesteldheid der ziele toeschreef, noch dat van hoffman, die ze allen aanmerkte als het gevolg van eenige onvolkomenheid in het ligchamelijk gestel, bij uitsluiting gegrond zijn, of liever dat beiden in zeker opzigt gegrond zijn, aangemerkt de invloed dezer twee zelfstandigheden op elkander altijd wederkeerig is; zoodat het dikmaals moeijelijk is, te onderscheiden, aan welke van beiden oorspronkelijk eene ziekte moet worden toegeschreven. Zoo veel is zeker, dat onder de wijzigingen, voor welke de ziel vatbaar is, verscheidene zijn, die de oorzaken van hevige en dikmaals doodelijke ziekten wordenGa naar voetnoot(*). Van | |
[pagina 100]
| |
belang is het derhalve te onderzoeken, hoedanig de invloed van den toestand der ziele zij, zoo wel met opzigt op de meer of minder schitterende vermogens, die haar onderscheiden, als tot de onderscheidene hartstogten, door welke zij beroerd wordt. 1. De invloed der verstandelijke vermogens. De werkzaamheden van den geest, wanneer zij overdreven zijn, putten niet minder uit dan die van het ligchaam. Houd u, om er u van te overtuigen, verscheiden uren achtereen en zonder tusschenpoozen, met eenige ernstige oefening bezig, en gij zult u even vermoeid bevinden, alsof gij eene lange wandeling hadt gedaan, hoewel gij niet van uwe plaats gegaan waart. - Ook heeft men opgemerkt, dat eene vroegtijdige ontwikkeling der verstandsvermogens even schadelijk voor de gezondheid is als een te spoedige groei van het ligchaam. Bezwaarlijk zoude men een eenig voorbeeld van kinderen aanhalen, die voor wonderen van verstand werden gehouden, hetwelk zeer lang geleefd heeft. Laat mij er nevens voegen, dat zeer weinige menschen, met groote talenten begaafd, een zeer hoogen ouderdom bereikt hebben. Van meer dan zeventienhonderd grijsaards van honderd jaren, die zints den aanvang der Christelijke Jaartellinge bekend zijn, is fontenelle de eenige, die door zijn verstand zich onderscheiden heeft; alle de overigen hadden niets merkwaardigs dan hun lang leven. En dit is niet vreemd. Want de talenten van lieden van vernuft, de nijd en naijver, welken zij gaande maken, de ligtgeraaktheid, die bijkans altijd hun lot is, en die hen zeer gevoelig maakt voor de algemeene vergetelheid, en voor de geringe achting, welke hun gemeenlijk bij hun leven wordt bewezen, in vergelijking van die zij verwachtten, houden hen in eenen staat van aanhoudende gemoedsbeweging en teleurstelling, zeer geschikt om hen vroegtijdig ten grave te doen dalen; te meer, naardien zeer algemeen de uitstekende verstandsvermogens | |
[pagina 101]
| |
door eenige ligchaamsmismaaktheid worden opgewogen, die uit haren aard ter verkortinge van het leven dientGa naar voetnoot(*). De meeste zwaarlijvige, massive menschen, en die in het voorkomen van een kloek en sterk gestel zijn, bezitten geringe talenten. En hoewel er eenige uitzonderingen op dezen regel kunnen worden aangevoerd, als david hume, samuel johnson, charles james fox, is het, echter, niet minder waar, dat in het algemeen het vernuft doorgaans broze, teedere, dikmaals mismaakte ligchamen bezielt, en van eene gesteldheid, dat zij niet lang kunnen leven. Het zijn het gezond verstand en de vaste begaafdheden van den geest, meer dan de groote talenten en de schitterende gaven der verbeeldinge, aan welke dit voorregt bijkans bij uitsluiting behoort. 2. De invloed der hartstogten. Veel geringer, nogtans, is het getal der menschen, die hunne gezondheid door eene onmatige oefening van hunne verstandelijke vermogens, dan door de hevigheid hunner driften, verwoesten. Nutteloos zoude het zijn, hier te herhalen, hetgene zoo dikmaals gezegd en geschreven is. Elk kent de heillooze gevolgen, welke, bij voorbeeld, eene hevige gramschap kan te wege brengen. Groot is het getal van menschen, welken zij van het verstand heeft beroofd; anderen heeft zij in hevige ziekten gedompeld, anderen spoedig doen sterven. Wanneer de verwachtingen der liefde, der eerzucht of der gierigheid worden teleurgesteld, is het hartzeer, welk daaruit ontstaat, niet minder verderfelijk, en dompelt dikmaals de ongelukkige slagtoffsers dezer driften in eene diepe zwaarmoedigheid, die niet kan nalaten, hun | |
[pagina 102]
| |
leven te verkorten, indien zij niet tot zelfmoord vervoere. En gebeurt het al dat hunne wenschen vervuld worden, de zorgen en de gestadige gemoedsbeweging, welke deze driften veroorzaken, laten niet toe, dat zij die rust der ziele, die inwendige zelfvoldoening genieten, welke in een gevorderden ouderdom zoo noodzakelijk is. Geene drift is er, welker vroegtijdige onderdrukking voor de gezondheid zoo belangrijk is, als de vreeze. Met reden heeft men haar genoemd eene lage drift, en die den mensch alle zijne waardigheid doet verliezen, door hem te berooven van het vermogen van te redeneren, over de voorwerpen bondig te oordeelen, in moeijelijke gevallen een besluit te nemen, in één woord, van alle de voortreffelijkheid, welke hem de Natuur boven de overige dieren had gegeven. Zij geeft eene geschiktheid tot ziekten, verzwaart dezelve, verandert haren loop, verhindert de voordeelige scheidingen (crises), voor welke zij vatbaar zijn. Dikmaals heeft men opgemerkt, dat de heerschende ziekten en besmettingen bij voorkeuze vreesachtige en lafhartige lieden aantasten, en voor hun altijd meest gevaarlijk zijn. Eene der zonderlingste ziekten, uit de hartstogten ontstaande, is de ziekte, aan welke de Zwitsers en de Bergschotten, verre van hun vaderland verwijderd, inzonderheid onderhevig zijn, en die onder den naam van LandziekteGa naar voetnoot(*) bekend is. Dezelve ontstaat bij hen door de | |
[pagina 103]
| |
herinnering van de vermaken hunner jeugd, door de spijt van daarvan beroofd te zijn, en door het sterke verlangen om dezelve van nieuws te genieten. Zij begint met eene hevige zwaarmoedigheid, verzeld van begeerte naar eenzaamheid en stilte, met het verlies van eetlust en krachten, en eindelijk gevolgd van eene sluipkoorts, die hen allengskens verzwakt en ten grave doet dalen, althans indien zij geen verlof bekomen om naar hun land terug te keeren; een vermaak, waarop de hoop alleen genoeg is, om hun straks groote verligting te geven. Te noodiger is het, de uitwerksels der hartstogten op de gezondheid niet uit het oog te verliezen, naar gelang er grond is om te gelooven, dat de ziekten, welke zij doen ontstaan, hardnekkiger en gevaarlijker zijn dan dezulke, die de gevolgen zijn van sterke ligchaamsbewegingen, en dat zij, zelfs wanneer zij onmiddellijk geen gevaarlijk gevolg hebben, altoos meer of min de doorwaseming, den slaap en de spijsvertering belemmeren. Vanhier dat Lord bacon met reden heeft aangeprezen, dat men nimmer aan tafel gaan of zich ter ruste moet begeven, onmiddellijk na eene hevige gemoedsbeweging, maar afwachten tot dat dezelve eenigzins bedaard isGa naar voetnoot(*). Indien derhalve de invloed der driften op de gezondheid en den levensduur zoo verderfelijk zij, is het van het | |
[pagina 104]
| |
uiterste belang, dezelve al vroeg te keer te gaan, niet door den kinderen eene gevoellooze onverschilligheid in te prenten, die hen van eene menigte aangename gewaarwordingen zou berooven, maar door hun te leeren, heerschappij genoeg over zichzelve te oesenen, om hunne driften altijd binnen de vereischte palen te houden, en zich nimmer door haar tot schandelijke en schadelijke bedrijven te laten wegslepen. Eene ziel, met moed en kracht begaafd, onbekwaam om onder de ontberingen en zwakheden te bezwijken, aan welke de ouderdom noodwendig onderhevig is, is, in allen geval, het uitstekendste voordeel, welk men van eene goede opvoeding kan ontleenen; terwijl de ellendeling, die zich door vrees, gramschap, wanhoop, of eenige andere geweldige drift, beurtelings laat overheeren, geene volkomene gezondheid kan genieten, noch eenig genoegen van het leven smaken. |
|