Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1810
(1810)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBerigt wegens de leeringen van Bhooddha, uit de boeken der Singhalais. Door Kapitein Mahony.(Uit Asiatic Researches.)
Vleeschwordingen der Godheid, en hervormingen der wereld, maken een zeer wezenlijk gedeelte uit van de Aziatische Godsdienftige Leerstelsels. - Volgens de Mythologie, welke heerscht onder de Secte der Singhalais, op het Eiland Ceylon, was bhooddhaGa naar voetnoot(*), de Schenker eener Openbaringe, welke hun geloof en wandel regelt, een God, vóór dat hij zich als Mensch vertoonde, en, op het verzoek van velen der Goden, op aarde nederdaalde. Men wil, dat hij door zijne Moeder gebaard is, na tien maanden dragens. Eenëndertig jaren lang leefde hij met zijne Koningin en 40,000 Bijwijven; terwijl hij nogtans vermeld wordt, eene zeer groote zelfverloochening, ten opzigte van dit verbazend aantal Bijwijven, uitgeoefend te hebben. Zes volgende jaren bragt hij door in de wildernis, om zich tot een bhooddha te bekwamen: deze zes jaren verstreken zijnde, openbaarde hij zich in die hoedanigheid; en de verrigtingen, aan die waardigheid verknocht, vijfenveertig jaren lang volbragt hebbende, stierf hij op den 15den van Mei, wanneer de Bhooddhasche Tijdrekening eenen aanvang neemt, welke thans (A.C. 1797) tot 2339 jaren opklimt. Vertellingen van het Paradijs, wonderwerken, geestverschijningen, en ontzettend vreemde voorvallen, maken | |
[pagina 61]
| |
de Mythologie van de Secte der Singhalais uit; - alle vertellingen, die van eenen en denzelfden aard zijn met die van andere Godsdienstleeringen in het Oosten. Het betrachtend gedeelte dier Godsdienstleere is eene eenvoudige en goedhartigheid inboezemende Zedekunde, haren invloed uitstrekkende tot gedachten, woorden en werken, begrepen in tien Geboden. Vier dagen in elke maand zijn tot den openbaren Eerdienst bestemd, en alle de Godsdienstbedrijven worden gerigt aan bhooddha. - De Hindoos, echter, merken de Aanhangers van bhooddha, ondanks derzelver zuiver en voorbeeldelijk zedelijk gedrag, aan als Scheurmakers. In het Oosten kan even min, als in andere wereldoorden, iets het gebrek aan 't geen men voor het regtzinnig geloof houdt vergoeden. |
|