Willem van Focquenbroch, of de Amsterdamsche Rederijkers. Blijspel met Zang. Te Leyden, bij L. Herdingh. 1810. In kl. 8vo. 67 Bladz.
Een zeer aardig Stukje, hetwelk wij met genoegen gelezen hebben, en, ten Tooneele gevoerd, zonder twijsel algemeen zal behagen en vermaken. De Schrijver zegt, dat het zijn eersteling is, en dat hij te voren nooit iets in dit vak heeft bearbeid. Inderdaad, deze eersteling belooft veel. De Schrijver toont aanleg en geschiktheid te hebben voor het vak, door hem gekozen. Hij verdient alle aanmoediging, en wij vleijen ons, dat zijn luimig vernuft ons Tooneel spoedig met eene nieuwe bijdrage zal verrijken.